Speelronde 3

De opdracht van de week is: Vandaag doe ik alles met aandacht

Vandaag was het alweer de derde speelronde van Playing for Success. Het domein motivatie staat ook deze week nog centraal. Om hier ook thuis en op school aan te kunnen werken kunt u de opdracht van de week met het kind bespreken. Wat betekent de opdracht van de week? Wat betekent het dat je ‘iets met zorg en aandacht’ doet? Wat levert het je op? Hierdoor leert het kind zijn/haar verantwoordelijkheid te nemen voor opdrachten en kan het fouten schelen wanneer je aandacht hebt voor een opdracht of bijv. een instructie. Daarnaast ziet het werk er vaak netter uit. Een compliment geven wanneer een kind met aandacht aan, bevordert het zelfvertrouwen en leert hem/haar om met moeilijke situaties/dingen om te gaan.

Drie kinderen mochten al direct mee met juf Nicole. Zij maakten samen een appeltaart. Tijdens het bakken van de appeltaart kregen de kinderen een coaching kaartje. Een coaching kaartje is een kaartje dat het kind kan helpen om aan zijn/haar leerdoel te werken. Hier kunnen ze de komende week ook op school mee aan de slag.

De andere kinderen werkten in hun vaste groepje tijdens deze helft aan de opdrachten ‘Marktplaats.nl’, ‘Het Elftal’ en ‘Maak het maar’.

Marktplaats.nl
Bij deze opdracht werken de kinderen in tweetallen. Het doel van de opdracht is om een spelers te kopen met een budget van 125.000.000 euro. Met elkaar kiezen de kinderen een opstelling en kopen dan hun spelers. Hierbij kunnen de kinderen kiezen uit aanvallers, middenvelders en verdedigers. Daarnaast kiezen ze nog een keeper en een trainer. Bij het maken van de berekeningen kunnen de kinderen gebruik maak van ‘echt’ geld of van een rekenmachine. Een combinatie van beiden mag natuurlijk ook. Het elftal dat ze uiteindelijk samenstellen verwerken ze in hun eerder gekozen opstelling. Het overleggen, samenwerken en rekenen staan tijdens deze opdracht centraal. Tijdens het werken aan de opdracht wordt door de begeleider gekeken naar de manier waarop er samengewerkt wordt en het overleg plaats vindt. Verder wordt er gekeken of de kinderen gebruik maken van het stappenplan (of ze bijv. een taakverdeling maken) en op welke manier ze de hulpmiddelen inzetten.

Maak het maar
Bij deze opdracht maken de kinderen verschillende producten voor de fan shop van hun voetbalclub om te verkopen. Na het bekijken van een filmpje over de opdracht en het lezen van het stappenplan, overleggen de kinderen over wie wat gaat maken. Zo kunnen ze kiezen uit bijv. een doosje, een sleutelhanger, een button, krimpie dimpie, strijkkralen of een tasje. Ieder kind maakt iets anders. Nadat ze het ontwerp gemaakt hebben en aan de begeleider hebben laten zien, mogen ze starten met de opdracht. Tijdens het werken aan de opdracht mogen de kinderen elkaar ook tips geven. Creatief bezig zijn, overleggen en samenwerken staan tijdens deze opdracht centraal.
De begeleider bekijkt tijdens deze opdracht hoe het proces van overleggen verloopt en op welke manier de kinderen met de opdracht aan de slag gaan. Werken ze zelfstandig? Stellen ze vragen? Wat doen ze gedurende de opdracht? Hebben ze aandacht voor elkaar en voor het werk van de ander? In welke mate betrekken de kinderen elkaar bij de opdracht? Behalve het creatieve element, staat bij deze opdracht ook het samenwerken, overleggen en zelfstandig werken centraal.

Het Elftal
Het doel van de opdracht is dat alle kinderen zelfstandig een gedicht maken, een zgn. elfje: Een gedicht dat uit elf woorden bestaat. De kinderen beginnen met het maken van een woordweb van hun eigen voetbalclub. Van dit woordweb kiezen ze één woord uit waar ze uiteindelijk hun elfje over maken. Nadat het woordweb is gemaakt, gaan de kinderen hun idee uitwerken. Dit doen ze eerst in het klad. Daarna werken ze hun idee uit op papier. Aan het eind hebben de kinderen hun eigen elfje en een bijhorende tekening. Bij deze creatieve opdracht staat het overleggen, samenwerken en het werken met taal centraal. Begeleiders letten tijdens deze opdracht op de houding van de kinderen en de manier waarop ze met een opdracht aan de slag gaan. Op welke manier wordt het stappenplan gebruikt? In welke mate werken de kinderen zelfstandig aan de opdracht en wat doen ze met de tips die ze van de begeleider krijgen?

Na de pauze gingen de kinderen aan de slag met de opdrachten ‘Lekker in je Vel, ‘Swinx’, ‘Ik ben steengoed’, Dobbel & Vertel en Wie ben ik?

Ik ben steengoed:
Het spel ‘Ik ben steengoed’ is een bordspel waarbij de kinderen vooral kijken naar hun kwaliteiten en aan de hand van bepaalde situaties nadenken over een oplossing. Gedurende de opdracht wordt door de begeleiders gekeken naar de houding van de kinderen tijdens deze opdracht: Laten de kinderen hun emoties zien? Hoe doen ze dat? Gaan de kinderen hierover met elkaar in gesprek en wat is hun houding tijdens dit gesprek? Mondelinge taalvaardigheid en het tonen van emoties staat tijdens dit gesprek centraal.

Swinx
Afhankelijk van de groepssamenstelling wordt er ook een bewegingsspel ingezet. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de Swinx. Dat is een sprekende computer die de kinderen verschillende opdrachten laat kiezen. Door een begeleider wordt een opdracht gekozen waarbij de kinderen samen moeten werken en moeten overleggen.

Dobbel & Vertel en Wie ben ik?
Bij het ‘Dobbel en Vertel’ rollen de kinderen met een grote dobbelsteen (met vragen). Vervolgens gaan ze met elkaar over de vraag in gesprek.

Wie ben ik?
Aan het begin van de opdracht krijgen kinderen een post-it op hun rug geplakt met daarop de naam van een dier geschreven. Door het stellen van de juiste gesloten vragen, moeten de kinderen er achter zien te komen welk dier ze zijn.

Het ‘Spiegel jezelf spel’
In een groepje gaan de kinderen in gesprek over hun kwaliteiten aan de hand van verschillende kaartjes met positieve eigenschappen. Aan de hand van deze kaartjes vertellen de kinderen wat hun kwaliteiten zijn. Daarnaast kunnen de kinderen ook elkaar een kaartje geven en vertellen ze elkaar wat de reden is dat ze een kaartje bij iemand vinden passen. Met elkaar praten over wat je kan, leert je om ‘steviger in je schoenen’ te staan. Wanneer je weet wat je sterke kanten zijn, kan dit je helpen om je zelfvertrouwen te vergroten. Tijdens deze opdracht wordt door een begeleider gekeken in welke mate de kinderen de kinderen het gesprek aan gaan. Aan het eind van de opdracht kan ieder kind in ieder geval twee kwaliteiten van zichzelf benoemen.

Wist je dat?
– Milan bij binnenkomst een spelletje speelde?
– Tom een woordweb maakte met heel veel woorden?
– Assia haar zusje vandaag jarig is?
– Sami graag thuis noodles maakt?
– Luuk zijn been in zijn nek kan leggen?
– Javier graag naar de training wilde kijken?
– Mike verslag deed van de training?
– Sam naar Kijkduin was geweest?
– Jennifer zich verantwoordelijk voelt voor haar huiswerk?
– Davy graag naar huis wilde omdat zijn moeder een speciale verrassing voor hem had?
– Florine gisteren met vriendinnen had afgesproken? 

Dit bericht is geplaatst in B!ngoal Stadion, Weblog. Bookmark de permalink.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.