De opdracht van de week is: Vandaag hoeft het niet op mijn manier
Deze week staat de opdracht van de week in het teken van ‘samenwerken’. Zo bespreken we met de kinderen wat er komt kijken bij samenwerken en wat je kunt doen om het eerste contact te leggen. Met de kinderen wordt besproken dat wat komt kijken bij een positieve samenwerking. Zo maak je een taakverdeling aan het begin van een opdracht, overleg je met elkaar, sta je open voor de ideeën van de ander en mag je ook je eigen mening geven. Thuis en op school kunt u de opdracht van de week met het kind bespreken en het kind laten vertellen op welke momenten je deze opdracht kunt toepassen. Wanneer je iets aardigs doet voor een ander, zal een ander vaak ook positief op jou reageren. Wanneer een kind aan de opdracht van de week heeft gewerkt, kunt u hem/haar complimenteren. Op het moment dat een kind het lastig vindt om het eerste contact te leggen, kunt u bespreken wat hij/zij bij Playing for Success heeft geleerd en welke vragen er gesteld kunnen worden om het eerste contact te leggen. Vervolgens kunnen er afspraken gemaakt worden en gedurende de week kunt u het kind de opdracht van de week laten herhalen.
Drie kinderen mochten al direct mee met juf Nicole. Zij maakten samen een appeltaart. Tijdens het bakken van de appeltaart kregen de kinderen een coaching kaartje. Een coaching kaartje is een kaartje dat het kind kan helpen om aan zijn/haar leerdoel te werken. Hier kunnen ze de komende week ook op school mee aan de slag.
De andere kinderen werkten in hun vaste groepje tijdens deze helft aan de opdrachten ‘Marktplaats.nl’ en ‘Maak het maar’ en ‘Het Elftal’.
Marktplaats.nl
Bij deze opdracht werken de kinderen in tweetallen. Het doel van de opdracht is om een spelers te kopen met een budget van 125.000.000 euro. Met elkaar kiezen de kinderen een opstelling en kopen dan hun spelers. Hierbij kunnen de kinderen kiezen uit aanvallers, middenvelders en verdedigers. Daarnaast kiezen ze nog een keeper en een trainer. Bij het maken van de berekeningen kunnen de kinderen gebruik maak van ‘echt’ geld of van een rekenmachine. Een combinatie van beiden mag natuurlijk ook. Het elftal dat ze uiteindelijk samenstellen verwerken ze in hun eerder gekozen opstelling. Het overleggen, samenwerken en rekenen staan tijdens deze opdracht centraal. Tijdens het werken aan de opdracht wordt door de begeleider gekeken naar de manier waarop er samengewerkt wordt en het overleg plaats vindt. Verder wordt er gekeken of de kinderen gebruik maken van het stappenplan (of ze bijv. een taakverdeling maken) en op welke manier ze de hulpmiddelen inzetten.
Het Elftal
Het doel van de opdracht is dat alle kinderen zelfstandig een gedicht maken, een zgn. elfje: Een gedicht dat uit elf woorden bestaat. De kinderen beginnen met het maken van een woordweb van hun eigen voetbalclub. Van dit woordweb kiezen ze één woord uit waar ze uiteindelijk hun elfje over maken. Nadat het woordweb is gemaakt, gaan de kinderen hun idee uitwerken. Dit doen ze eerst in het klad. Daarna werken ze hun idee uit op papier. Aan het eind hebben de kinderen hun eigen elfje en een bijhorende tekening. Bij deze creatieve opdracht staat het overleggen, samenwerken en het werken met taal centraal. Begeleiders letten tijdens deze opdracht op de houding van de kinderen en de manier waarop ze met een opdracht aan de slag gaan. Op welke manier wordt het stappenplan gebruikt? In welke mate werken de kinderen zelfstandig aan de opdracht en wat doen ze met de tips die ze van de begeleider krijgen?
Maak het maar
Bij deze opdracht maken de kinderen verschillende producten voor de fan shop van hun voetbalclub om te verkopen. Na het bekijken van een filmpje over de opdracht en het lezen van het stappenplan, overleggen de kinderen over wie wat gaat maken. Zo kunnen ze kiezen uit bijv. een doosje, een sleutelhanger, een button, krimpie dimpie, strijkkralen of een tasje. Ieder kind maakt iets anders. Nadat ze het ontwerp gemaakt hebben en aan de begeleider hebben laten zien, mogen ze starten met de opdracht. Tijdens het werken aan de opdracht mogen de kinderen elkaar ook tips geven. Creatief bezig zijn, overleggen en samenwerken staan tijdens deze opdracht centraal.
De begeleider bekijkt tijdens deze opdracht hoe het proces van overleggen verloopt en op welke manier de kinderen met de opdracht aan de slag gaan. Werken ze zelfstandig? Stellen ze vragen? Wat doen ze gedurende de opdracht? Hebben ze aandacht voor elkaar en voor het werk van de ander? In welke mate betrekken de kinderen elkaar bij de opdracht? Behalve het creatieve element, staat bij deze opdracht ook het samenwerken, overleggen en zelfstandig werken centraal.
Na de pauze gingen de kinderen aan de slag met de opdrachten ‘Groen is gras’ en ‘Hit ‘em’. Dit deden we op het veld!
Groen is gras
Bij deze opdracht mogen de kinderen het veld op! In tweetallen gaan de kinderen de verschillende lijnen van het veld schatten en meten. Het opmeten doen ze met een meetwiel. Nadat ze dit gedaan hebben, gaan ze de omtrek en de oppervlakte berekenen. De begeleider bekijkt tijdens deze opdracht hoe het proces van overleggen verloopt en op welke manier de kinderen met de opdracht aan de slag gaan. Werken ze zelfstandig? Volgen ze het stappenplan? Stellen ze vragen? Op welke manier gaan ze met de opdracht aan de slag? Behalve het rekenelement staat bij deze opdracht ook het samenwerken, overleggen en zelfstandig werken centraal.
Hit ‘em
Bij deze opdracht werken de kinderen in tweetallen. In hun tweetal werken ze drie verschillende onderdelen van een circuit af: gooien, schieten en rollen. Voordat ze hiermee gaan beginnen, wordt er onderling afgesproken wat ‘raak’, ‘bijna raak’ en ‘mis’ is. Per onderdeel krijgt het tweetal tien minuten de tijd om hun opdracht wisselend uit te voeren. Wanneer de een aan de beurt is, is het aan de ander van het tweetal om de score bij te houden d.m.v. turven.
Als alle opdrachten door alle tweetallen zijn gedaan, berekent ieder kind (met hulp van een begeleider) van één onderdeel zijn/haar percentages ‘raak’, ‘bijna raak’ en ‘mis’. Behalve de rekenvaardigheid (het omzetten van een score naar een percentage), staan bij deze opdracht ook het overleggen en samenwerken centraal.
Wist je dat?
– Gwenn op visite was?
– Tom blij was dat hij iets eerder van de strandsportdag weg mocht?
– Assia positief kan denken?
– Sami een elfje maakte over een schoen?
– Isa een Donald Duck maakte van strijkkralen?
– Luuk zich met zijn klapper heel belangrijk voelde?
– Javier een discussie voerde met juf Amber?
– Sam het leuk vond dat hij nog naar de gym kon?
– Jennifer een sleutelhanger maakte?
– Davy nu weet wat ‘beter goed gejat dan slecht verzonnen’ betekent?
– Florine haar appeltaartkaartje in de keuken heeft opgehangen?