De opdracht van de week is: Vandaag kan ik vrienden maken
Deze week staat de opdracht van de week in het teken van ‘samenwerken’. Zo bespreken we met de kinderen wat er komt kijken bij het maken van het eerste contact. Wanneer kinderen contact maken, is het belangrijk dat je open staat voor een ander. Het eerste contact kun je leggen door bijv. een vraag te stellen aan een ander kind. Hierbij kun je denken aan: Wat zijn je hobby’s? Op welke school zit je? Hoe oud ben je? Op deze manier kun je ander beter leren kennen. Ook wanneer je samen aan een opdracht moet werken, kun je dit proberen toe te passen. Thuis en op school kunt u de opdracht van de week met het kind bespreken en het kind laten vertellen op welke momenten je deze opdracht kunt toepassen. Wanneer een kind aan de opdracht van de week heeft gewerkt, kunt u hem/haar complimenteren. Op het moment dat een kind het lastig vindt om het eerste contact te leggen, kunt u bespreken wat hij/zij bij Playing for Success heeft geleerd en welke vragen er gesteld kunnen worden om het eerste contact te leggen. Vervolgens kunnen er afspraken gemaakt worden en gedurende de week kunt u het kind de opdracht van de week laten herhalen.
Drie kinderen mochten al direct mee met juf Femke. Zij maakten samen een appeltaart. Tijdens het bakken van de appeltaart kregen de kinderen een coaching kaartje. Een coaching kaartje is een kaartje dat het kind kan helpen om aan zijn/haar leerdoel te werken. Hier kunnen ze de komende week ook op school mee aan de slag.
In de eerste helft werkten de kinderen aan een ‘PowerPoint’ of mochten kinderen een vlog maken.
PowerPoint
Bij deze opdracht maken de kinderen een presentatie over een opdracht van Playing for Success. Het onderwerp werken ze eerst uit op papier voordat ze dit in een presentatie gaan verwerken. Belangrijk is dat het verhaal in steekwoorden in de presentatie wordt verwerkt. Wanneer er nog tijd over is, kunnen de kinderen afbeeldingen invoegen en werken aan de lay-out van hun presentatie. Tijdens deze opdracht leren de kinderen werken met het programma PowerPoint aan de hand van een stappenplan. Door de begeleiders wordt gekeken of de kinderen in staat zijn om zelfstandig aan de opdracht te werken. Gebruiken ze het stappenplan? Vragen ze om hulp? Op welke manier gaan de kinderen aan de slag? Daarnaast wordt er gekeken of de kinderen in staat zijn om een verhaal in steekwoorden te noteren. Zelfstandig werken, gebruiken van computervaardigheden (werken met het programma PowerPoint) en het werken aan de taalvaardigheid (gebruik van steekwoorden) staan tijdens deze opdracht centraal.
Vlog
In tweetallen spreken de kinderen af waar ze over willen vloggen en hoe ze dit willen gaan aanpakken. Nadat ze dit met elkaar afgesproken hebben, gaan ze aan de slag en maken ze hun eigen vlog over iets dat ze bij Playing for Success hebben gedaan of hebben geleerd. Het resultaat zullen we tijdens de afsluiting laten zien.
Na de pauze gingen de kinderen aan de slag met de opdrachten ‘Lef’ en ‘Spiegel jezelf spel’ en ‘GeK en ‘Wie ben ik?’
Lef
Hoe stel je jezelf voor en op welke manier presenteer je jezelf aan een ander? Dat het belangrijk is dat je rechtop staat en met een duidelijke stem praat, werd met de kinderen besproken en geoefend tijdens de opdracht ‘Lef’. Je hebt er immers lef voor nodig om jezelf te laten zien.
Wie ben ik?
Aan het begin van de opdracht krijgen kinderen een post-it op hun rug geplakt met daarop de naam van een dier geschreven. Door het stellen van de juiste gesloten vragen, moeten de kinderen er achter zien te komen welk dier ze zijn.
Gek (Gooien en kennisaken)
Bij dit spel is het de bedoeling dat de kinderen iets vertellen over zichzelf. De begeleider gooit een bal naar een kind. Deze vangt de bal, noemt zijn naam en vertelt vervolgens iets over zichzelf. Als iedereen geweest is wordt opnieuw de bal gegooid, maar nu wordt aan het desbetreffende kind bijv. gevraagd wat de hobby is van iemand. We gaan net zo lang door totdat iedereen geweest is.
Spiegel jezelf spel
Bij dit spel gaan de kinderen spelenderwijs in gesprek over hun eigenschap. Aan het eind van de opdracht kunnen ze tenminste drie eigenschappen benoemen die bij hen horen. Daarnaast leren kinderen ook elkaar kennen.
Wist je dat?
– Angelo meer actie wil bij Playing for Success?
– Stef later een carrière wil als kickbokser?
– Chèrilyn zelfstandig kan werken?
– Youri vandaag bij ‘Wie ben ik?’ een konijn was?
– Sylke een vlog mocht maken?
– Kyra vroeg of ze mocht helpen met het presenteren van het dagprogramma?
– Juan naar de kapper is geweest?
– Loïs het leuk vond dat haar juf langs kwam?
– Rachel haar lievelingskleur lila is?
– Sep goed kan tekenen?
– Thijmen Italiaanse roots heeft?
– Aidan het meest trots is op de eigenschap ‘betrouwbaar’?