Opdracht van de week: Vandaag zeg ik tegen mezelf: “Ik kan het”
Deze en komende week staat de opdracht van de week in het teken van ‘zelfvertrouwen’. Zo bespreken we met de kinderen dat je bij het maken van een (moeilijke) opdracht altijd tegen jezelf kunt zeggen: “Ik ga het proberen” (i.p.v. te zeggen “Ik kan het niet). Door in oplossingen te denken zullen kinderen ervaren dat ze meer kunnen dan ze in eerste instantie dachten. Thuis en op school kunt u de opdracht van de week met het kind bespreken en het kind laten vertellen op welke momenten je deze opdracht kunt toepassen. Wanneer een kind aan de opdracht van de week heeft gewerkt en doorgezet heeft, kunt u hem/haar complimenteren. Op het moment dat een kind het lastig vindt door te zetten, kunt u bespreken wat hij/zij bij Playing for Success heeft geleerd en op welke manier een opdracht aangepakt kan worden. Vervolgens kunnen er afspraken gemaakt worden en gedurende de week kunt u het kind de opdracht van de week laten herhalen.
De andere kinderen werkten in hun vaste groepje tijdens deze helft aan de opdrachten “Het Elftal”, “Maak het maar” en “Marktplaats.nl”.
In de eerste helft werkten de kinderen aan de opdrachten ‘PowerPoint’ of maakten ze een vlog.
PowerPoint: Dani, Brandon, Jaydenson, Valentijn, Fleur, Cheyenne, Isa, Lisa, Roos en Beerend
Bij deze opdracht maken de kinderen een presentatie over een opdracht van Playing for Success. Het onderwerp werken ze eerst uit op papier voordat ze dit in een presentatie gaan verwerken. Belangrijk is dat het verhaal in steekwoorden in de presentatie wordt verwerkt. Wanneer er nog tijd over is, kunnen de kinderen afbeeldingen invoegen en werken aan de lay-out van hun presentatie. Tijdens deze opdracht leren de kinderen werken met het programma PowerPoint aan de hand van een stappenplan. Door de begeleiders wordt gekeken of de kinderen in staat zijn om zelfstandig aan de opdracht te werken. Gebruiken ze het stappenplan? Vragen ze om hulp? Op welke manier gaan de kinderen aan de slag? Daarnaast wordt er gekeken of de kinderen in staat zijn om een verhaal in steekwoorden te noteren. Zelfstandig werken, gebruiken van computervaardigheden (werken met het programma PowerPoint) en het werken aan de taalvaardigheid (gebruik van steekwoorden) staan tijdens deze opdracht centraal.
Vlog: Colin en Elora; Lynn en Tamara
In tweetallen spreken de kinderen af waar ze over willen vloggen en hoe ze dit willen gaan aanpakken. Nadat ze dit met elkaar afgesproken hebben, gaan ze aan de slag en maken ze hun eigen vlog over iets dat ze bij Playing for Success hebben gedaan of hebben geleerd. Het resultaat zullen we tijdens de afsluiting laten zien.
In de tweede helft werkten de kinderen aan de opdracht ‘Videostar’ en ‘Circuit’
Videostar
Bij deze opdracht werken de kinderen gezamenlijk aan een videoclip. Met elkaar kiezen de kinderen eerst een liedje uit. Daarna mogen ze in en om het stadion hun videoclip gaan opnemen. De kinderen mogen zelf effecten kiezen en samen overleggen over de bewegingen die ze aan hun clip willen toevoegen. Overleggen, samenwerken, jezelf presenteren en mondelinge taalvaardigheid staan tijdens deze opdracht centraal. De begeleider kijkt bij de opdracht op welke manier er met elkaar overlegd wordt en hoe de kinderen zichzelf presenteren.
Circuit: Brandon, Colin, Dani, Jaydenson, Valentijn, Isa, Fleur, Lynn, Elora
Lef:
Hoe stel je jezelf voor en op welke manier presenteer je jezelf aan een ander? Dat het belangrijk is dat je rechtop staat en met een duidelijke stem praat, werd met de kinderen besproken en geoefend tijdens de opdracht ‘Lef’. Je hebt er immers lef voor nodig om jezelf te laten zien.
Letterpret
Bij deze opdracht werken de kinderen in drie groepjes. Per groepje ‘trekken’ de kinderen één letter. Vervolgens krijgen de kinderen een aantal vragen. De antwoorden op de vragen moeten beginnen met de letter die de kinderen hebben getrokken. Hierbij is het belangrijk dat de kinderen samenwerken en overleggen over een gezamenlijk antwoord.
Gek (Gooien en kennisaken)
Bij dit spel is het de bedoeling dat de kinderen iets vertellen over zichzelf. De begeleider gooit een bal naar een kind. Deze vangt de bal, noemt zijn naam en vertelt vervolgens iets over zichzelf. Als iedereen geweest is wordt opnieuw de bal gegooid, maar nu wordt aan het desbetreffende kind bijv. gevraagd wat de hobby is van iemand. We gaan net zo lang door totdat iedereen geweest is.