De opdracht van de week is: Vandaag ben ik goed zoals ik ben
Deze week staat de opdracht van de week in het teken van ‘zelfvertrouwen’. Zo bespreken we met de kinderen wat het ‘hebben van zelfvertrouwen’ betekent en op welke manier je dit kunt laten zien. Met de kinderen wordt besproken dat je goed bent zoals je bent en dat je je eigen keuzes mag maken en je eigen mening mag hebben. Met de kinderen wordt besproken wat je kunt doen op momenten dat je een andere reactie krijgt dan je verwacht. De kinderen proberen we mee te geven dat je een ander niet kunt veranderen, maar wel de manier waarop je met een situatie omgaat. Thuis en op school kunt u de opdracht van de week met het kind bespreken en het kind laten vertellen op welke momenten je deze opdracht kunt toepassen. Wanneer je iets aardigs doet voor een ander, zal een ander vaak ook positief op jou reageren. Wanneer een kind aan de opdracht van de week heeft gewerkt, kunt u hem/haar complimenteren. Op het moment dat een kind het lastig vindt om het eerste contact te leggen, kunt u bespreken wat hij/zij bij Playing for Success heeft geleerd en welke vragen er gesteld kunnen worden om het eerste contact te leggen. Vervolgens kunnen er afspraken gemaakt worden en gedurende de week kunt u het kind de opdracht van de week laten herhalen.
In de eerste helft werkten de kinderen in hun vaste groepje aan het ‘Circuit’.
Circuit
Tijdens het circuit worden er verschillende opdrachten gedaan die vooral te maken hebben met emoties. N.a.v. de verschillende spellen wordt door de begeleiders geprobeerd hierover met de kinderen in gesprek te gaan. Er wordt gekeken naar de mate waarin het kind een gesprek aangaat. Durft het open te zijn? Stelt het kind vragen aan de ander?
Lekker in je vel
Bij het spel ‘Lekker in je vel’ kiest een kind een emotie om uit te beelden. Eén kind heeft zijn ogen dicht en weet dus niet welke emotie uitgebeeld gaat worden. Vervolgens moet het kind dat met zijn ogen dicht zat, raden welke emotie de andere kinderen uitbeelden. Wanneer de emotie geraden is, wordt er een gesprek gevoerd over de desbetreffende emotie. Gedurende de opdracht wordt door de begeleiders gekeken naar de houding van de kinderen tijdens deze opdracht: Laten de kinderen hun emoties zien? Hoe doen ze dat? Gaan de kinderen hierover met elkaar in gesprek en wat is hun houding tijdens dit gesprek? Mondelinge taalvaardigheid en het tonen van emoties staat tijdens dit gesprek centraal.
Ik ben steengoed (kwartetspel)
‘Ik ben steengoed’ is een kwartetspel dat gaat over emoties. Het is de bedoeling dat kinderen een kwartet proberen te maken. Voorbeelden van onderwerpen die ter sprake komen zijn: ‘rillers’, ‘blije gevoelens’, ‘nare gevoelens’ en ‘visualiseren’. Wanneer een kind een kwartet heeft (of al eerder) wordt over de verschillende gevoelens met het groepje het gesprek aan gegaan. Tijdens deze opdracht wordt gekeken naar de interactie tussen de kinderen en de manier waarop het kind hierover in gesprek gaat.
Swinx
Afhankelijk van de groepssamenstelling wordt er tijdens het circuit ook een bewegingsspel ingezet. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de Swinx. Dat is een sprekende computer die de kinderen verschillende opdrachten laat kiezen. Door een begeleider wordt een opdracht gekozen waarbij de kinderen samen moeten werken en moeten overleggen.
In de tweede helft werkten de kinderen in tweetallen aan de opdracht ‘Sleutels’.
Sleutels
Met elkaar gaan de kinderen eerst in gesprek over samenwerken en zelfvertrouwen. Wat is het? Op welke manier kun je hier aan werken als je een opdracht moet doen? Vervolgens doen de kinderen in tweetallen verschillende beweegactiviteiten doen, waarbij ze sleutels kunnen verdienen. Het tweetal met de meeste sleutels mag als eerst een rekenopdracht kiezen. Hierbij valt te denken aan het rekenen met procenten, breuken, keersommen, verhaaltjessommen, klokkijken of het rekenen met grote getallen. Daarnaast zijn de opdrachten in drie verschillende niveaus verdeeld. Door de begeleiders wordt gekeken of de kinderen hierover in gesprek gaan en kunnen toepassen wat er is besproken. Hoe verloopt de samenwerking? Wat kiezen de kinderen voor rekenopdracht (kiezen ze voor de makkelijkste opdracht? Of gaan ze juist aan de slag met een moeilijkere opdracht) en op welke manier gaan ze hier met hun tweetal mee aan de slag?
Wist u dat?
- Bruce een heel lang shirt heeft?
- Justin enthousiast wordt van een nieuwe game?
- Lotte hielp met het presenteren van het dagprogramma?
- Tessel zelf appeltaart heeft gebakken?
- Isa bij turnlessen van haar zusje helpt?
- Olivier naar de bios is geweest?
- Ruben al twee keer in een kano heeft gevaren?
Voor de foto’s klik hier