De opdracht van de week is: Vandaag weet ik dat ik niet in alles goed hoef te zijn. Ik ben goed genoeg.
Deze week staat de opdracht van de week in het teken van ‘zelfvertrouwen’. Zo bespreken we met de kinderen wat er komt kijken bij zelfvertrouwen en wat je kunt doen om meer in jezelf te geloven. Hierbij valt te denken aan het trots zijn op wat je hebt gedaan of jezelf een compliment geven. Met de kinderen wordt besproken dat je niet in alles goed hoeft te zijn, maar dat je zelf het best weet of je je best hebt gedaan om iets te bereiken. Dit weet je pas achteraf. Ook dan kun je voor jezelf bedenken wat je misschien anders had kunnen doen. Wanneer dit niet het geval is, kun je ook tevreden zijn met het resultaat en trots zijn op wat je hebt bereikt. Thuis en op school kunt u de opdracht van de week met het kind bespreken en het kind laten vertellen op welke momenten je deze opdracht kunt toepassen. Wanneer een kind aan de opdracht van de week heeft gewerkt, kunt u hem/haar complimenteren. Op het moment dat een kind het lastig vindt om zichzelf een compliment te geven, kunt u bespreken wat hij/zij bij Playing for Success heeft geleerd. Vervolgens kunnen er afspraken gemaakt worden en gedurende de week kunt u het kind de opdracht van de week laten herhalen.
Deze speelronde begonnen de kinderen met het invullen van een vragenlijst op de computer (Oberon). Daarna startten we met de hele groep met Circuit.
Oberon Oberon is een vragenlijst die de kinderen op de computer invullen. Als organisatie willen wij graag weten wat de kinderen in de periode dat ze bij Playing for Success zijn geweest, hebben geleerd. De vragenlijst bestaat uit twintig stellingen, waarbij de kinderen steeds antwoord moeten geven op de vraag: “Hoe gaat dat nu?” Zo krijgen ze bijvoorbeeld de stelling: ‘Meepraten in een discussie’. De kinderen moeten dan terugdenken aan de tijd dat ze aan Playing for Success begonnen en zichzelf vervolgens de vraag stellen: “Hoe gaat dat nu?”. Hierbij kunnen ze kiezen uit vijf verschillende antwoorden: veel slechter, slechter, hetzelfde, beter of veel beter. De antwoorden worden verzonden en de uitslagen gebruiken we als feedback voor ons programma.
Circuit Tijdens het circuit worden er verschillende spellen gespeeld die vooral te maken hebben leerdoelen waar de kinderen aan willen werken. Deze hebben ze zelf aangegeven in hun boekje.
Spektro: Dean, Ryiëndri & Luna In het stadion wordt veel gebruik gemaakt van stroom. Zo is het belangrijk dat er genoeg frisse lucht is, het licht het doet en het alarm werkt. Bij deze opdracht werken de kinderen in tweetallen aan het bouwen van verschillende stroomkringen (licht, alarm en ventilatie). Hierbij moeten de kinderen een stappenplan volgen om de juiste stroomkring te kunnen bouwen. Een stukje techniek, samenwerken en overleggen staan tijdens deze opdracht centraal.
Ik ben steengoed: Celeste, Irem, Shaevah en Asra Bij dit bordspel gaan de kinderen met elkaar in gesprek over bepaalde situaties. Wat zou jij doen? Welke oplossing heb je voor een bepaald probleem? Hoe ga je daarmee om? Het praten over gevoelens en het werken aan zelfvertrouwen staan hierbij centraal.
Draaitaal: Patriks, Amalia, Emaan en Amaara Bij deze opdracht draait het om woordenschat. Welke woorden ken je? En wat doe je als je een woord niet kent? Hoe kan je dan achter de betekenis komen? Samenwerken en zelfstandig werken staan bij deze opdracht centraal.
Crazy 10 Bij deze opdracht werken de kinderen eerst individueel aan een opdracht op taal- of rekenopdracht. Nadat de kinderen hieraan gewerkt hadden, mochten de kinderen tweetallen vormen en een sportief circuit volgen. Hiermee konden de kinderen als team punten verdienen. Het sportieve element, samenwerken en overleggen staan tijdens deze opdracht centraal.
Klik voor de foto’s van deze speelronde hier