De opdracht van de week is: Vandaag weet ik dat ik niet in alles goed hoef te zijn. Ik ben goed genoeg.
Deze week staat de opdracht van de week in het teken van ‘zelfvertrouwen’. Zo bespreken we met de kinderen wat er komt kijken bij zelfvertrouwen en wat je kunt doen om meer in jezelf te geloven. Hierbij valt te denken aan het trots zijn op wat je hebt gedaan of jezelf een compliment geven. Met de kinderen wordt besproken dat je niet in alles goed hoeft te zijn, maar dat je zelf het best weet of je je best hebt gedaan om iets te bereiken. Dit weet je pas achteraf. Ook dan kun je voor jezelf bedenken wat je misschien anders had kunnen doen. Wanneer dit niet het geval is, kun je ook tevreden zijn met het resultaat en trots zijn op wat je hebt bereikt. Thuis en op school kunt u de opdracht van de week met het kind bespreken en het kind laten vertellen op welke momenten je deze opdracht kunt toepassen. Wanneer een kind aan de opdracht van de week heeft gewerkt, kunt u hem/haar complimenteren. Op het moment dat een kind het lastig vindt om zichzelf een compliment te geven, kunt u bespreken wat hij/zij bij Playing for Success heeft geleerd. Vervolgens kunnen er afspraken gemaakt worden en gedurende de week kunt u het kind de opdracht van de week laten herhalen.
Deze speelronde begonnen de kinderen met de opdracht ‘Hit ‘em’. Terwijl vier kinderen deze opdracht deden, mocht één kind nog appeltaart maken met juf Nicole.
Hit ‘m:
Bij deze opdracht werken de kinderen in tweetallen. In hun tweetal werken ze drie verschillende onderdelen van een circuit af: gooien, schieten en rollen. Voordat ze hiermee gaan beginnen, wordt er onderling afgesproken wat ‘raak’, ‘bijna raak’ en ‘mis’ is. Per onderdeel krijgt het tweetal tien minuten de tijd om hun opdracht wisselend uit te voeren. Wanneer de een aan de beurt is, is het aan de ander van het tweetal om de score bij te houden d.m.v. turven. Als alle opdrachten door alle tweetallen zijn gedaan, berekent ieder kind (met hulp van een begeleider) van één onderdeel zijn/haar percentages ‘raak’, ‘bijna raak’ en ‘mis’. Behalve de rekenvaardigheid (het omzetten van een score naar een percentage), staan bij deze opdracht ook het overleggen en samenwerken centraal.
Appeltaart
Eén kind mocht al direct mee met juf Qwen. Tijdens het bakken van de appeltaart gaat de begeleider met het kind in gesprek over het coaching kaartje. Ieder kind mag na afloop het coaching kaartje mee naar huis nemen. Zo kan het kind hier ook op school mee aan de slag. Bij het bakken van de appeltaart staat niet alleen het proces van bakken centraal, maar zijn de kinderen ook bezig met begrijpend lezen. Met elkaar wordt de achterkant van de verpakking gelezen en bepaald wat er moet gebeuren. Daarnaast moet ieder kind uitrekenen hoeveel hij/zij van ieder ingrediënt nodig heeft. Het uitrekenen mag uit het hoofd, maar er mag ook een rekenmachine gebruikt worden. Het gaat er om dat ieder kind uiteindelijk een eigen appeltaart maakt (zijn eigen appels snijdt en zelf het deeg kneedt). Aan het eind van de speelronde neemt ieder kind zijn eigen appeltaart mee naar huis. De begeleider bekijkt tijdens de opdracht hoe het proces van overleggen verloopt en op welke manier de kinderen met de opdracht aan de slag gaan. Behalve het proces van het bakken, staat bij deze opdracht ook het rekenen, begrijpend lezen, samenwerken en overleggen centraal.
In de tweede helft werkten de kinderen aan een goochelshow.
Goochelshow
Vandaag was het een bijzondere en speciale dag. De juffen verzorgden een goochelshow. Ze lieten hun trucjes aan de groep zien en bespraken met de kinderen wat er komt kijken bij het ‘presenteren voor een groep’. Dit sluit mooi aan bij het thema van deze week: zelfvertrouwen. Dit doen ze door middel van verschillende tips over zelfvertrouwen, die de kinderen zelf een aantal keer oefenen. Voorbeelden hiervan zijn “de Apenklop” (jezelf op borst om je moed in te boezemen) en “de Boom” (zo stevig staan als een boom als je een grote groep moet toespreken). De kinderen hebben met open mond gekeken! In de tweede helft leerden de kinderen zelf trucs, die ze in tweetallen oefenden. Aan het eind van de dag presenteerden ze dit aan de rest van de groep. Hierbij mocht één kind de truc de truc laten zien en kondigde de ander zijn/haar duo aan. Tijdens deze speelronde wordt door de begeleiders gekeken naar de betrokkenheid van de kinderen en hoe ze op de goochelaars reageren. Vervolgens wordt gekeken naar hun houding tijdens het presenteren. Doen de kinderen wat met de tips die ze van de goochelaars krijgen? Hoe staan ze?
Op welke manier presenteren ze zichzelf en hoe is hun stemgebruik daarbij? Aan het eind van de dag mochten de kinderen hun goocheldoosje mee naar huis nemen.
Voor de foto’s klik hier