Speelronde 6

De opdracht van de week is: Vandaag geef ik iemand een compliment

Deze week staat de opdracht van de week in het teken van ‘samenwerken’. Zo bespreken we met de kinderen wat er komt kijken bij samenwerken en wat je kunt doen om het eerste contact te leggen. Met de kinderen wordt besproken dat wat komt kijken bij een positieve samenwerking. Zo maak je een taakverdeling aan het begin van een opdracht, overleg je met elkaar, sta je open voor de ideeën van de ander en mag je ook je eigen mening geven. Om de samenwerking positief te laten verlopen, is het fijn om tijdens het werken aan een opdracht een compliment te geven aan een ander. Wanneer je een compliment geeft, geeft dit de ander een fijn gevoel. Zo kan je iemand een compliment geven over iets wat hij/zij kan of over iets wat je in de ander waardeert. Thuis en op school kunt u de opdracht van de week met het kind bespreken en het kind laten vertellen op welke momenten je deze opdracht kunt toepassen. Wanneer je iets aardigs doet voor een ander, zal een ander vaak ook positief op jou reageren. Wanneer een kind aan de opdracht van de week heeft gewerkt, kunt u hem/haar complimenteren. Op het moment dat een kind het lastig vindt om het eerste contact te leggen, kunt u bespreken wat hij/zij bij Playing for Success heeft geleerd en welke vragen er gesteld kunnen worden om het eerste contact te leggen. Vervolgens kunnen er afspraken gemaakt worden en gedurende de week kunt u het kind de opdracht van de week laten herhalen.

Deze speelronde begonnen de kinderen in hun vaste groepje aan de opdrachten ‘Lekker in je vel’, ‘kwaliteitenspel’ en ‘Ik ben steengoed’.

Lekker in je vel

Bij het spel ‘Lekker in je vel’ kiest een kind een emotie om uit te beelden. Eén kind heeft zijn ogen dicht en weet dus niet welke emotie uitgebeeld gaat worden. Vervolgens moet het kind dat met zijn ogen dicht zat, raden welke emotie de andere kinderen uitbeelden. Wanneer de emotie geraden is, wordt er een gesprek gevoerd over de desbetreffende emotie. Gedurende de opdracht wordt door de begeleiders gekeken naar de houding van de kinderen tijdens deze opdracht: Laten de kinderen hun emoties zien? Hoe doen ze dat? Gaan de kinderen hierover met elkaar in gesprek en wat is hun houding tijdens dit gesprek? Mondelinge taalvaardigheid en het tonen van emoties staat tijdens dit gesprek centraal.

Kinderkwaliteitenspel

In een groepje gaan de kinderen in gesprek over hun kwaliteiten aan de hand van verschillende soorten kaartjes: “Ik kan…”, “Ik heb ….”  en “Ik ben…”. Aan de hand van deze kaartjes vertellen de kinderen wat hun kwaliteiten zijn. Daarnaast kunnen de kinderen ook elkaar een kaartje geven. Met elkaar praten over wat je kan, leert je om ‘steviger in je schoenen’ te staan. Wanneer je weet wat je sterke kanten zijn, kan dit je helpen om je zelfvertrouwen te vergroten. Aan het begin van de opdracht is het vooral de begeleider die het gesprek leidt, maar naarmate de opdracht vordert wordt de rol van de begeleider kleiner en zijn het vooral de kinderen die met elkaar in gesprek gaan. De begeleider blijft bij het gesprek en stuurt het gesprek dan alleen nog als dat nodig is.

Ik ben steengoed (kwartetspel)

‘Ik ben steengoed’ is een kwartetspel dat gaat over emoties. Het is de bedoeling dat kinderen een kwartet proberen te maken. Voorbeelden van onderwerpen die ter sprake komen zijn: ‘rillers’, ‘blije gevoelens’, ‘nare gevoelens’ en ‘visualiseren’. Wanneer een kind een kwartet heeft (of al eerder) wordt over de verschillende gevoelens met het groepje het gesprek aan gegaan. Tijdens deze opdracht wordt gekeken naar de interactie tussen de kinderen en de manier waarop het kind hierover in gesprek gaat.

Na de pauze werkten de kinderen in groepjes aan het ‘Tribunespel’.

Tribunespel

Er werden door de kinderen drie teams gespeeld; hoe doe je dat op een manier die fijn voor iedereen is? Hier hebben we over gesproken. Ieder team had een kleur: rood, geel of blauw. De kinderen kregen kaartjes met namen van fruit en groente erop. Elk team had een eigen vak van een stuk tribune. In dat vak moesten er kaartjes in de juiste kleur gezocht worden met groente en fruit erop. Om de beurt mocht er gezocht worden en moest het gevonden kaartje naar het team gebracht worden. Voordat het volgende kind mocht gaan zoeken, moest er eerst overlegd worden wat de naam van het fruit of de groente was. De juiste naam moest bij het juiste plaatje gelegd worden. Er werd actief gezocht en samengewerkt; overleggen wat het antwoord kan zijn, maar ook iemand overtuigen en betrekken bij de discussie. Leuk om te zien!

Voor de foto’s van deze speelronde klik hier

 

Dit bericht is geplaatst in B!ngoal Stadion, Weblog. Bookmark de permalink.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.