Speelronde 3

De opdracht van de week is:

Vandaag sta ik in mijn eigen kracht, ook als het even tegenzit

Vandaag was alweer de derde speelronde van Playing for Success. Deze en komende week kunnen de kinderen verder werken aan hun leerdoel(en). Het domein motivatie staat de komende weken centraal. Om hier ook thuis en op school aan te kunnen werken kunt u de opdracht van de week met het kind bespreken. Wat betekent de opdracht van de week? Waar heeft het mee te maken? (doorzetten, geloven in je kwaliteiten) Op welke momenten kan je hieraan werken? Zo kan een kind, bij een moeilijke opdracht, tegen zichzelf zeggen: “Ik kan het” of: “Ik ga het proberen”. Welke kwaliteit van jezelf kun je inzetten om iets wat je moeilijk vindt toch te proberen. Wanneer het dan nog niet lukt, mag het kind altijd om hulp vragen. Hiermee leert het kind zijn/haar eigen verantwoordelijkheid te nemen en leert het dat het niet erg is wanneer iets moeilijk is. Een compliment geven wanneer een kind doorgezet heeft, bevordert het zelfvertrouwen en leert hem/haar om met moeilijke situaties/dingen om te gaan.

In de eerste helft gingen de kinderen in verschillende groepjes aan de slag met de opdrachten ‘Kikkerbecoolspel’, ‘Dobbel en kwartet’ en het ‘Spiegel jezelfspel’. 

Kikkerbecool –spel: Tabassum                                                                                                   Bij deze opdracht gaan de kinderen d.m.v. een bordspel met elkaar in gesprek over bepaalde situaties. Vragen als: Wat zou jij doen? Hoe zou jij reageren?, staan hierbij centraal. In sommige gevallen moet kinderen situaties een situaties naspelen en bepalen hoe ze op elkaar reageren. Onderwerpen waar de kinderen met elkaar over in gesprek gingen hadden te maken met sociale vaardigheden, opkomen voor jezelf en omgaan met pesten en plagen. Tijdens het spelen van dit spel iss het belangrijk om met elkaar in gesprek te gaan, elkaars antwoorden te respecteren en belangstelling te hebben voor wat iemand zegt. Het spel is een reis door zee op weg naar de coole kikker, die lekker op het strand ligt. Terwijl je dwars door de haaien en de krokodillen beweegt, over de nijlpaardenbrug springt en het orakel van de vulkaan raadpleegt, geef je antwoord op de vragen van de rode, groene, gele of blauwe kaartjes die door de andere kinderen worden voorgelezen en zo kun je een fiche verdienen. Wanneer de groep iemands antwoord waardeerde, kreeg dit kind ook een fiche. Degene die het eerste bij de coole kikker was aangekomen had gewonnen, maar daarna moest dit kind natuurlijk wel een ander kind helpen dat nog niet zo ver was! Degene die de meeste fiches heeft had was de vragenkampioen.

 

Dobbel & Kwartet: Djamie, Eva

Bij het ‘Dobbelen’ rollen de kinderen met een grote dobbelsteen (met vragen). Vervolgens gaan ze met elkaar over de vraag in gesprek.

‘Ik ben steengoed’ is een kwartetspel dat gaat over emoties. Het is de bedoeling dat kinderen een kwartet proberen te maken. Voorbeelden van onderwerpen die ter sprake komen zijn: ‘rillers’, ‘blije gevoelens’, ‘nare gevoelens’ en ‘visualiseren’. Wanneer een kind een kwartet heeft (of al eerder) wordt over de verschillende gevoelens met het groepje het gesprek aan gegaan. Tijdens deze opdracht wordt gekeken naar de interactie tussen de kinderen en de manier waarop het kind hierover in gesprek gaat.

Het ‘Spiegel jezelf spel’: Kayan, Noah, Joeri en Zuzanna                                                  In een groepje gaan de kinderen in gesprek over hun kwaliteiten aan de hand van verschillende kaartjes met positieve eigenschappen. Aan de hand van deze kaartjes vertellen de kinderen wat hun kwaliteiten zijn. Daarnaast kunnen de kinderen ook elkaar een kaartje geven en vertellen ze elkaar wat de reden is dat ze een kaartje bij iemand vinden passen. Met elkaar praten over wat je kan, leert je om ‘steviger in je schoenen’ te staan. Wanneer je weet wat je sterke kanten zijn, kan dit je helpen om je zelfvertrouwen te vergroten. Tijdens deze opdracht wordt door een begeleider gekeken in welke mate de kinderen de kinderen het gesprek aan gaan. Aan het eind van de opdracht kan ieder kind in ieder geval twee kwaliteiten van zichzelf benoemen.

In de tweede helft werkten we met de groep aan de opdrachten ‘Lef’, ‘Gek’ en ‘Swinx’.

Lef:                                                                                                                                                      Hoe stel je jezelf voor en op welke manier presenteer je jezelf aan een ander? Dat het belangrijk is dat je rechtop staat en met een duidelijke stem praat, werd met de kinderen besproken en geoefend tijdens de opdracht ‘Lef’. Je hebt er immers lef voor nodig om jezelf te laten zien.

Gek (Gooien en kennisaken)                                                                                                       Bij dit spel is het de bedoeling dat de kinderen iets vertellen over zichzelf. De begeleider gooit een bal naar een kind. Deze vangt de bal, noemt zijn naam en vertelt vervolgens iets over zichzelf. Als iedereen geweest is wordt opnieuw de bal gegooid, maar nu wordt aan het desbetreffende kind bijv. gevraagd wat de hobby is van iemand. We gaan net zo lang door totdat iedereen geweest is.

Swinx                                                                                                                                            Afhankelijk van de groepssamenstelling wordt er tijdens het circuit ook een bewegingsspel ingezet. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de Swinx. Dat is een sprekende computer die de kinderen verschillende opdrachten laat kiezen. Door een begeleider wordt een opdracht gekozen waarbij de kinderen samen moeten werken en moeten overleggen.

Voor de foto’s van deze speelronde klik  hier

Dit bericht is geplaatst in B!ngoal Stadion, Weblog. Bookmark de permalink.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.