Speelronde 9

Opdracht van de week: Vandaag durf ik mezelf te zijn

Deze week staat de opdracht van de week in het teken van ‘zelfvertrouwen’. Zo bespreken we met de kinderen wat het ‘hebben van zelfvertrouwen’ betekent en op welke manier je dit kunt laten zien. Met de kinderen wordt besproken dat je goed bent zoals je bent en dat je je eigen keuzes mag maken en je eigen mening mag hebben. Met de kinderen wordt besproken Dat je goed bent zoals je bent. De kinderen proberen we mee te geven dat iedereen zijn/haar eigen kwaliteiten heeft en je een ander niet kunt veranderen, maar wel de manier waarop je met een situatie omgaat. Thuis en op school kunt u de opdracht van de week met het kind bespreken en het kind laten vertellen op welke momenten je deze opdracht kunt toepassen. Wanneer je iets aardigs doet voor een ander, zal een ander vaak ook positief op jou reageren. Wanneer een kind aan de opdracht van de week heeft gewerkt, kunt u hem/haar complimenteren. Wat maakt jou trots vandaag?

Voordat we aan de slag gingen met de opdrachten vulden de kinderen op de computer een vragenlijst in (Oberon) en werd er een kort filmpje opgenomen (Take One).

Oberon                                                                                                                                           Oberon is een vragenlijst die de kinderen op de computer invullen. Als organisatie willen wij graag weten wat de kinderen in de periode dat ze bij Playing for Success zijn geweest, hebben geleerd. De vragenlijst bestaat uit twintig stellingen, waarbij de kinderen steeds antwoord moeten geven op de vraag: “Hoe gaat dat nu?” Zo krijgen ze bijvoorbeeld de stelling: ‘Meepraten in een discussie’. De kinderen moeten dan terugdenken aan de tijd dat ze aan Playing for Success begonnen en zichzelf vervolgens de vraag stellen: “Hoe gaat dat nu?”. Hierbij kunnen ze kiezen uit vijf verschillende antwoorden: veel slechter, slechter, hetzelfde, beter of veel beter. De antwoorden worden verzonden en de uitslagen gebruiken we als feedback voor ons programma.

Take One                                                                                                                                              Bij Take One stellen de kinderen zichzelf voor en vertellen ze wat ze bij Playing for Success geleerd hebben en wat ze een leuke opdracht vonden. Dit wordt eerst met de kinderen besproken en geoefend. Daarna mogen de kinderen plaats nemen achter de desk in de persruimte en hun verhaal vertellen. Van hun verhaal wordt een filmpje gemaakt dat in één keer wordt opgenomen; de zgn. ‘Take One’. Tijdens deze opdracht wordt gekeken naar hoe een kind zichzelf presenteert: Kijkt hij/zij in de camera?, Wat is de houding van het kind?, Wat vertelt het kind en op welke manier doet hij/zij dit? 

Deze speelronde begonnen de kinderen met de volgende opdrachten: ‘Vloertje leggen’, ‘Het Spiegel jezelf spel’ en ‘PowerPoint’. 

Vloertje leggen: Amelia, Thomas, Maja, Damian en Joy                                                Met Vloertje leggen gaan de kinderen in tweetallen aan de slag met het begrip vierkante meter. Door eerst een vierkante meter met vouwblaadjes neer te leggen, ontstaat het begrip van een ‘vierkante meter’ en het begrip ‘oppervlakte’. Daarna gaan ze de lengte en de breedte van de verschillende kleden in de grote ruimte (de Residentie) schatten en opmeten. Wanneer ze dat gedaan hebben, kunnen ze ook de oppervlakte berekenen. Met de kinderen wordt besproken op welke manier ze dit noteren. Tijdens deze opdracht staat het werken aan de rekenvaardigheden (metriek stelsel) centraal. Gedurende de opdracht wordt door een begeleider gekeken hoe de samenwerking en het overleg verloopt.

Het Spiegeljezelfspel: Jessie en Aishani                                                                                  In een groepje gaan de kinderen in gesprek over hun kwaliteiten aan de hand van verschillende kaartjes met positieve eigenschappen. Aan de hand van deze kaartjes vertellen de kinderen wat hun kwaliteiten zijn. Daarnaast kunnen de kinderen ook elkaar een kaartje geven en vertellen ze elkaar wat de reden is dat ze een kaartje bij iemand vinden passen. Met elkaar praten over wat je kan, leert je om ‘steviger in je schoenen’ te staan. Wanneer je weet wat je sterke kanten zijn, kan dit je helpen om je zelfvertrouwen te vergroten. Tijdens deze opdracht wordt door een begeleider gekeken in welke mate de kinderen de kinderen het gesprek aan gaan. Aan het eind van de opdracht kan ieder kind in ieder geval twee kwaliteiten van zichzelf benoemen.

PowerPoint: Jelaysa, Abigail, Wincenty en Sven                                                                 Bij deze opdracht maken de kinderen een presentatie over een opdracht van Playing for Success. Het onderwerp werken ze eerst uit op papier voordat ze dit in een presentatie gaan verwerken. Belangrijk is dat het verhaal in steekwoorden in de presentatie wordt verwerkt. Wanneer er nog tijd over is, kunnen de kinderen afbeeldingen invoegen en werken aan de lay-out van hun presentatie. Tijdens deze opdracht leren de kinderen werken met het programma PowerPoint aan de hand van een stappenplan. Door de begeleiders wordt gekeken of de kinderen in staat zijn om zelfstandig aan de opdracht te werken. Gebruiken ze het stappenplan? Vragen ze om hulp? Op welke manier gaan de kinderen aan de slag? Daarnaast wordt er gekeken of de kinderen in staat zijn om een verhaal in steekwoorden te noteren. Zelfstandig werken, gebruiken van computervaardigheden (werken met het programma PowerPoint) en het werken aan de taalvaardigheid (gebruik van steekwoorden) staan tijdens deze opdracht centraal.

In de tweede helft gingen de kinderen aan de slag met de opdrachten ‘In de Wolken’, ‘Videostar’ en ‘Find it!’. 

In de Wolken: Aishani, Thomas, Winci, Damian, Abigail                                                Bij deze opdracht werken de kinderen gezamenlijk aan een stripverhaal. Met elkaar bedenken de kinderen eerst een verhaal. Het verhaal moeten ze vervolgens in zes verschillende foto’s uitbeelden. Daarna mogen ze in en om het stadion hun foto’s maken. Als alle foto’s gemaakt zijn, gaat de groep terug naar het leercentrum waar ze de foto’s in een PowerPoint presentatie verwerken en er tekstballonnen aan toevoegen. Met elkaar maken de kinderen zo hun stripverhaal compleet. Overleggen, samenwerken, jezelf presenteren, computervaardigheden en de mondelinge taalvaardigheid staan tijdens deze opdracht centraal. De begeleider kijkt tijdens de opdracht op welke manier er met elkaar overlegd wordt, of de kinderen open staan voor de ideeën van de anderen en op welke manier de kinderen zichzelf presenteren.

Videostar: Jessie, Joy, Jesse en Amelia                                                                                  Bij deze opdracht werken de kinderen gezamenlijk aan een videoclip. Met elkaar kiezen de kinderen eerst een liedje uit. Daarna mogen ze in en om het stadion hun videoclip gaan opnemen. De kinderen mogen zelf effecten kiezen en samen overleggen over de bewegingen die ze aan hun clip willen toevoegen. Overleggen, samenwerken, jezelf presenteren en mondelinge taalvaardigheid staan tijdens deze opdracht centraal. De begeleider kijkt bij de opdracht op welke manier er met elkaar overlegd wordt en hoe de kinderen zichzelf presenteren.

Find it!: Jelaysa, Maja en Sven                                                                                                   Bij deze opdracht werken de kinderen eerst individueel aan een opdracht op taal- of rekenopdracht. Voor iedere twee minuten dat de kinderen geconcentreerd aan de opdracht werken, kunnen ze foto’s verdienen. Deze foto’s zijn in en om het stadion genomen. Met elkaar gaan de kinderen daarna op zoek naar de plekken waar de foto’s genomen zijn. Wanneer ze de plek gevonden hebben, moeten ze overleggen op welke manier ze op een zo origineel mogelijke manier op de foto gaan. Tijdens het werken aan de opdracht mogen de kinderen elkaar ook tips geven. Creatief bezig zijn, overleggen, samenwerken en jezelf presenteren, staan tijdens deze opdracht centraal. De begeleider bekijkt tijdens deze opdracht hoe het proces van overleggen verloopt en op welke manier de kinderen met de opdracht aan de slag gaan. Werken ze zelfstandig? Stellen ze vragen? Op welke manier gaan ze met de opdracht aan de slag? Behalve het taal- en/of rekenelement staat bij deze opdracht ook het samenwerken, overleggen en zelfstandig werken centraal.

Wist u dat?

  • Thomas in het weekend naar Meijendel is geweest?
  • Jelaysa vanmorgen op 5.15 uur was opgestaan?
  • Aishani in het weekend op de bank geslapen had?
  • Damian gisteren een feestje had?
  • Amelia een “crush” heeft?
  • Wincenty lekker had uitgeslapen?
  • Abigail de lipdub het leukst vond?
  • Sven veel plekken in het stadion wist te vinden?
  • Maja op een originele manier op de foto ging?
  • Jessie blij is dat ze morgen vrij is?

Voor de foto’s van deze speelronde klik hier

Dit bericht is geplaatst in B!ngoal Stadion, Weblog. Bookmark de permalink.