Speelronde 11

Opdracht van de week: Vandaag vraag ik om hulp voor de dingen die ik niet begrijp

Ook deze week staat de opdracht van de week in het teken van ‘zelfstandigheid’. Zelfstandig werken betekent dat je zelf aan de slag gaat met een opdracht en wanneer je niet meer weet wat je moet doen, zelf nadenkt over een oplossing. Een oplossing kan zijn: ‘hulp van een ander inschakelen’. Dit kan zijn een klasgenoot, maar ook een meester of een juf. Met de kinderen is besproken wat hier de voordelen van zijn. Zo weet je beter wat je moet doen waardoor je betere resultaten kunt behalen.

Op school en thuis kunt u aandacht besteden aan de opdracht van de week, door te vragen wat er bij Playing for Success is besproken en hoe hij/zij er mee aan de slag is gegaan. Vervolgens kan besproken worden op welke manier je hier buiten PfS mee aan de slag kunt gaan. Bespreek wat de voordelen van vragen stellen zijn? Laat het kind zelf met ideeën komen. Hoe gaat hij/zij dit aanpakken en in welke situaties gaat hij/zij stappen zetten? Vervolgens kunnen er afspraken gemaakt worden en gedurende de week kunt u het kind de opdracht van de week laten herhalen.

Deze speelronde begonnen de kinderen met de volgende opdrachten: ‘Het Babbelspel’, ‘Hit ‘m!’ en ‘PowerPoint’.

Het Babbelspel

De kinderen oefenen bij dit spel spelenderwijs hun sociale vaardigheden. Met behulp van foto’s moeten de kinderen bijvoorbeeld een verhaal vertellen of iets uitbeelden. Ook wordt er gebruik gemaakt van een rollenspel en op welke manier lossen kinderen spelenderwijs iets op. Daarnaast werden vragen gesteld als:  ‘Waarom heeft een blinde een blindengeleidehond?’ of ‘Wat is een vegetariër?’

Hit ‘m:  Noah, Zuzanna, Joeri en Kayan

Bij deze opdracht werken de kinderen in tweetallen. In hun tweetal werken ze drie verschillende onderdelen van een circuit af: gooien, schieten en rollen. Voordat ze hiermee gaan beginnen, wordt er onderling afgesproken wat ‘raak’, ‘bijna raak’ en ‘mis’ is. Per onderdeel krijgt het tweetal tien minuten de tijd om hun opdracht wisselend uit te voeren. Wanneer de een aan de beurt is, is het aan de ander van het tweetal om de score bij te houden d.m.v. turven.
Als alle opdrachten door alle tweetallen zijn gedaan, berekent ieder kind (met hulp van een begeleider) van één onderdeel zijn/haar percentages ‘raak’, ‘bijna raak’ en ‘mis’. Behalve de rekenvaardigheid (het omzetten van een score naar een percentage), staan bij deze opdracht ook het overleggen en samenwerken centraal.

PowerPoint

Bij deze opdracht maken de kinderen een presentatie over een opdracht van Playing for Success. Het onderwerp werken ze eerst uit op papier voordat ze dit in een presentatie gaan verwerken. Belangrijk is dat het verhaal in steekwoorden in de presentatie wordt verwerkt. Wanneer er nog tijd over is, kunnen de kinderen afbeeldingen invoegen en werken aan de lay-out van hun presentatie. Tijdens deze opdracht leren de kinderen werken met het programma PowerPoint aan de hand van een stappenplan. Door de begeleiders wordt gekeken of de kinderen in staat zijn om zelfstandig aan de opdracht te werken. Gebruiken ze het stappenplan? Vragen ze om hulp? Op welke manier gaan de kinderen aan de slag? Daarnaast wordt er gekeken of de kinderen in staat zijn om een verhaal in steekwoorden te noteren. Zelfstandig werken, gebruiken van computervaardigheden (werken met het programma PowerPoint) en het werken aan de taalvaardigheid (gebruik van steekwoorden) staan tijdens deze opdracht centraal.

In de tweede helft gingen de kinderen aan de slag met het Tribunespel.

Tribunespel

Er werden door de kinderen vier teams samengesteld; hoe doe je dat op een manier die fijn voor iedereen is? Hier hebben we over gesproken. Ieder team had een kleur: geel, blauw of rood. De kinderen kregen kaartjes met namen van fruit en groent. Elk team had een eigen vak van een stuk tribune. In dat vak moesten er kaartjes in de juiste kleur gezocht worden met de groente- en fruitsoorten erop. Om de beurt mocht er gezocht worden en moest het gevonden kaartje naar het team gebracht worden. Voordat het volgende kind mocht gaan zoeken, moest er eerst overlegd worden wat de naam van de groente of het fruit was. De juiste naam moest bij het juiste plaatje gelegd worden. Er werd actief gezocht en samengewerkt; overleggen wat het antwoord kan zijn, maar ook iemand overtuigen en betrekken bij de discussie. Leuk om te zien!

Wist u dat?

  • Joeri doorzette met touwtjespringen? 
  • Kayan veel opdrachten bij Playing for Success leuk vond? 
  • Djamie een nieuwe coupe had? 
  • Zuzanna het heerlijk vindt om boeken te lezen?
  • Tabbasum mocht helpen bij het uitdelen van de ADO’s? 
  • Eva last had van haar enkel, maar toch naar Playing for Success kwam? 
  • Jamie zich afvraagt of het ADO-bord wel vol komt? 
  • Noah veel groente- en fruitsoorten kende? 

Voor de foto’s van deze speelronde klik hier

Dit bericht is geplaatst in B!ngoal Stadion, Weblog. Bookmark de permalink.