Opdracht van de week: Vandaag kom ik voor mijn mening uit, ook wanneer die afwijkend is
Deze week staat de opdracht van de week in het teken van ‘zelfvertrouwen’. Zo bespreken we met de kinderen wat het ‘hebben van zelfvertrouwen’ betekent en op welke manier je dit kunt laten zien. Met de kinderen wordt besproken dat je goed bent zoals je bent en dat je je eigen keuzes mag maken en je eigen mening mag hebben. Met de kinderen wordt besproken wat je kunt doen op momenten dat je een andere reactie krijgt dan je verwacht. De kinderen proberen we mee te geven dat je een ander niet kunt veranderen, maar wel de manier waarop je met een situatie omgaat. Thuis en op school kunt u de opdracht van de week met het kind bespreken en het kind laten vertellen op welke momenten je deze opdracht kunt toepassen. Wanneer je iets aardigs doet voor een ander, zal een ander vaak ook positief op jou reageren. Wanneer een kind aan de opdracht van de week heeft gewerkt, kunt u hem/haar complimenteren. Op het moment dat een kind het lastig vindt om het eerste contact te leggen, kunt u bespreken wat hij/zij bij Playing for Success heeft geleerd en welke vragen er gesteld kunnen worden om het eerste contact te leggen. Vervolgens kunnen er afspraken gemaakt worden en gedurende de week kunt u het kind de opdracht van de week laten herhalen.
In de eerste helft werkten de kinderen aan de opdrachten ‘PowerPoint’, ‘Videostar’ en ‘Find it!’
PowerPoint: Issam, Jazzlyn, Olivia, Thijs, Romy en Leonardo
Bij deze opdracht maken de kinderen een presentatie over een opdracht van Playing for Success. Het onderwerp werken ze eerst uit op papier voordat ze dit in een presentatie gaan verwerken. Belangrijk is dat het verhaal in steekwoorden in de presentatie wordt verwerkt. Wanneer er nog tijd over is, kunnen de kinderen afbeeldingen invoegen en werken aan de lay-out van hun presentatie. Tijdens deze opdracht leren de kinderen werken met het programma PowerPoint aan de hand van een stappenplan. Door de begeleiders wordt gekeken of de kinderen in staat zijn om zelfstandig aan de opdracht te werken. Gebruiken ze het stappenplan? Vragen ze om hulp? Op welke manier gaan de kinderen aan de slag? Daarnaast wordt er gekeken of de kinderen in staat zijn om een verhaal in steekwoorden te noteren. Zelfstandig werken, gebruiken van computervaardigheden (werken met het programma PowerPoint) en het werken aan de taalvaardigheid (gebruik van steekwoorden) staan tijdens deze opdracht centraal.
Videostar: Malou, Mariia en Benjamin
Bij deze opdracht werken de kinderen gezamenlijk aan een videoclip. Met elkaar kiezen de kinderen eerst een liedje uit. Daarna mogen ze in en om het stadion hun videoclip gaan opnemen. De kinderen mogen zelf effecten kiezen en samen overleggen over de bewegingen die ze aan hun clip willen toevoegen. Overleggen, samenwerken, jezelf presenteren en mondelinge taalvaardigheid staan tijdens deze opdracht centraal. De begeleider kijkt bij de opdracht op welke manier er met elkaar overlegd wordt en hoe de kinderen zichzelf presenteren.
Find it! : Lieke, Mira en Dylan
Bij deze opdracht werken de kinderen eerst individueel aan een opdracht op taal- of rekenopdracht. Voor iedere twee minuten dat de kinderen geconcentreerd aan de opdracht werken, kunnen ze foto’s verdienen. Deze foto’s zijn in en om het stadion genomen. Met elkaar gaan de kinderen daarna op zoek naar de plekken waar de foto’s genomen zijn. Wanneer ze de plek gevonden hebben, moeten ze overleggen op welke manier ze op een zo origineel mogelijke manier op de foto gaan. Tijdens het werken aan de opdracht mogen de kinderen elkaar ook tips geven. Creatief bezig zijn, overleggen, samenwerken en jezelf presenteren, staan tijdens deze opdracht centraal. De begeleider bekijkt tijdens deze opdracht hoe het proces van overleggen verloopt en op welke manier de kinderen met de opdracht aan de slag gaan. Werken ze zelfstandig? Stellen ze vragen? Op welke manier gaan ze met de opdracht aan de slag? Behalve het taal- en/of rekenelement staat bij deze opdracht ook het samenwerken, overleggen en zelfstandig werken centraal.
In de tweede helft werkten de kinderen in verschillende groepjes aan het tribunespel.
Tribunespel (groente en fruit)
Er werden door de kinderen vier teams samengesteld; hoe doe je dat op een manier die fijn voor iedereen is? Hier hebben we over gesproken. Ieder team had een kleur: geel, blauw of groen. De kinderen kregen kaartjes met namen van groente en fruit. Elk team had een eigen vak van een stuk tribune. In dat vak moesten er kaartjes in de juiste kleur gezocht worden met de plaatjes van de groente of het fruit. Om de beurt mocht er gezocht worden en moest het gevonden kaartje naar het team gebracht worden. Voordat het volgende kind mocht gaan zoeken, moest er eerst overlegd worden wat de naam van de sport was. De juiste naam moest bij het juiste plaatje gelegd worden. Er werd actief gezocht en samengewerkt; overleggen wat het antwoord kan zijn, maar ook iemand overtuigen en betrekken bij de discussie. Leuk om te zien!
Voor de foto’s van deze speelronde klik hier