De opdracht van de week is: Vandaag ga ik niet te lang door, maar stop ik wanneer het nog leuk is.
Deze week staat de opdracht van de week in het teken van ‘zelfstandigheid’. Zo bespreken we met de kinderen wat er komt kijken bij je eigen gedrag en wat voor invloed dit heeft op een ander. Dat je soms iets kan zeggen of doen wat door de ander als vervelend kan worden ervaren. Of dat je door je bijv. behulpzaam op te stellen een ander ook kunt helpen en zo op een positieve manier bijdraagt aan de samenwerking. Wanneer je samen aan een opdracht moet werken, kun je dit proberen toe te passen. Thuis en op school kunt u de opdracht van de week met het kind bespreken en het kind laten vertellen op welke momenten je deze opdracht kunt toepassen. Wanneer een kind aan de opdracht van de week heeft gewerkt, kunt u hem/haar complimenteren. Op het moment dat een kind het lastig vindt om naar zijn/haar eigen gedrag te kijken, kunt u bespreken wat hij/zij bij Playing for Success heeft geleerd en welke vragen er gesteld kunnen worden om dit wel te doen. Denk hierbij aan vragen als: Wat gebeurde er? Wat deed jij? Hoe denk je dat dit gedrag op een ander overkomt? Wat zou je een volgende keer anders kunnen doen? Vervolgens kunnen er afspraken gemaakt worden en gedurende de week kunt u het kind de opdracht van de week laten herhalen.
Deze bijeenkomst begonnen we met de opdrachten ‘Vlog’, ‘Find it!’ en ‘In de Wolken’
Vlog:
Aan het begin van deze opdracht wordt met de kinderen besproken waar ze op moeten letten bij het maken van een vlog. Met elkaar spreken de kinderen af waar ze over willen vloggen. Nadat ze dit met elkaar afgesproken hebben, gaan ze aan de slag en maken ze hun eigen vlog over Playing for Success. Het resultaat zullen we tijdens de afsluiting laten zien.
Find it!
Bij deze opdracht werken de kinderen eerst individueel aan een opdracht op taal- of rekenopdracht. Voor iedere twee minuten dat de kinderen geconcentreerd aan de opdracht werken, kunnen ze foto’s verdienen. Deze foto’s zijn in en om het stadion genomen. Met elkaar gaan de kinderen daarna op zoek naar de plekken waar de foto’s genomen zijn. Wanneer ze de plek gevonden hebben, moeten ze overleggen op welke manier ze op een zo origineel mogelijke manier op de foto gaan. Tijdens het werken aan de opdracht mogen de kinderen elkaar ook tips geven. Creatief bezig zijn, overleggen, samenwerken en jezelf presenteren, staan tijdens deze opdracht centraal. De begeleider bekijkt tijdens deze opdracht hoe het proces van overleggen verloopt en op welke manier de kinderen met de opdracht aan de slag gaan. Werken ze zelfstandig? Stellen ze vragen? Op welke manier gaan ze met de opdracht aan de slag? Behalve het taal- en/of rekenelement staat bij deze opdracht ook het samenwerken, overleggen en zelfstandig werken centraal.
In de Wolken:
Bij deze opdracht werken de kinderen gezamenlijk aan een stripverhaal. Met elkaar bedenken de kinderen eerst een verhaal. Het verhaal moeten ze vervolgens in zes verschillende foto’s uitbeelden. Daarna mogen ze in en om het stadion hun foto’s maken. Als alle foto’s gemaakt zijn, gaat de groep terug naar het leercentrum waar ze de foto’s in een PowerPoint presentatie verwerken en er tekstballonnen aan toevoegen. Met elkaar maken de kinderen zo hun stripverhaal compleet. Overleggen, samenwerken, jezelf presenteren, computervaardigheden en de mondelinge taalvaardigheid staan tijdens deze opdracht centraal. De begeleider kijkt tijdens de opdracht op welke manier er met elkaar overlegd wordt, of de kinderen open staan voor de ideeën van de anderen en op welke manier de kinderen zichzelf presenteren.
In de tweede helft deden we met de hele groep het tribunespel.
Tribunespel
Er werden door de kinderen vier teams samengesteld; hoe doe je dat op een manier die fijn voor iedereen is? Hier hebben we over gesproken. Ieder team had een kleur: geel, blauw of groen. De kinderen kregen kaartjes met namen van groente en fruit. Elk team had een eigen vak van een stuk tribune. In dat vak moesten er kaartjes in de juiste kleur gezocht worden met de plaatjes van de groente of het fruit. Om de beurt mocht er gezocht worden en moest het gevonden kaartje naar het team gebracht worden. Voordat het volgende kind mocht gaan zoeken, moest er eerst overlegd worden wat de naam van de sport was. De juiste naam moest bij het juiste plaatje gelegd worden. Er werd actief gezocht en samengewerkt; overleggen wat het antwoord kan zijn, maar ook iemand overtuigen en betrekken bij de discussie. Leuk om te zien!
Voor de foto’s van deze speelronde klik hier