De opdracht van de week is: Vandaag weet ik dat ik niet in alles goed hoef te zijn. Ik ben goed genoeg.
Deze week staat de opdracht van de week in het teken van ‘zelfvertrouwen’.
Zo bespreken we met de kinderen wat er komt kijken bij zelfvertrouwen en wat je kunt doen om meer in jezelf te geloven. Hierbij valt te denken aan het trots zijn op wat je hebt gedaan of jezelf een compliment geven. Met de kinderen wordt besproken dat je niet in alles goed hoeft te zijn, maar dat je zelf het best weet of je je best hebt gedaan om iets te bereiken. Dit weet je pas achteraf. Ook dan kun je voor jezelf bedenken wat je misschien anders had kunnen doen. Wanneer dit niet het geval is, kun je ook tevreden zijn met het resultaat en trots zijn op wat je hebt bereikt. Thuis en op school kunt u de opdracht van de week met het kind bespreken en het kind laten vertellen op welke momenten je deze opdracht kunt toepassen. Wanneer een kind aan de opdracht van de week heeft gewerkt, kunt u hem/haar complimenteren. Op het moment dat een kind het lastig vindt om zichzelf een compliment te geven, kunt u bespreken wat hij/zij bij Playing for Success heeft geleerd. Vervolgens kunnen er afspraken gemaakt worden en gedurende de week kunt u het kind de opdracht van de week laten herhalen.
We begonnen deze bijeenkomst met de opdracht ‘The last act’.
The last act
Bij ‘The last act’ stellen de kinderen zichzelf voor en vertellen ze wat ze bij Playing for Success geleerd hebben en wat ze een leuke opdracht vonden. Dit wordt eerst met de kinderen besproken en geoefend. Daarna mogen de kinderen dit presenteren aan de rest van hun groepje. Van hun verhaal wordt een filmpje gemaakt dat in één keer wordt opgenomen; de zgn. Tijdens deze opdracht wordt gekeken naar hoe een kind zichzelf presenteert: Kijkt hij/zij in de camera?, Wat is de houding van het kind?, Wat vertelt het kind en op welke manier doet hij/zij dit?
Na de pauze deden we met de hele groep de opdracht ‘One Minute Games’.
One Minute Games
De kinderen werkten in teams en moesten per opdracht samen overleggen wie de (korte) opdracht ging uitvoeren. Zo moesten de kinderen bijv. een koekje op hun voorhoofd leggen en deze zonder handen opeten, een stoel met gestrekte armen vasthouden, 30 seconden tellen (in je hoofd) of een wedstrijd wie het langst met zijn ogen dicht op één been kan staan. De kinderen die op dat moment niet aan de beurt waren, konden hun teamgenoot aanmoedigen. Doorzetten en elkaar/jezelf motiveren stonden tijdens deze opdrachten centraal.
Voor foto’s van deze dag klik hier