Week 8

Opdracht van de week: Vandaag laat ik mijzelf zien, ook wanneer ik verlegen ben

Deze week staat de opdracht van de week in het teken van ‘zelfvertrouwen’. Zo bespreken we met de kinderen dat het niet erg is als je verlegen bent, maar dat je soms wel eens iets moet doen waarbij je jezelf moet laten zien. Denk hierbij bijv. aan het houden van een spreekbeurt. Je mag dan verlegen zijn, maar hoe ga je dan om met deze situatie? Wat kun je doen om jezelf te presenteren? Hoe sta je voor een groep? Hierbij bespreken we met de kinderen dat er manieren zijn om zelfverzekerd over te komen, terwijl je je zo niet voelt. Denk hierbij aan ‘stevig staan’, duidelijk praten en oogcontact maken. Door positief de blijven en de tips toe te passen, zullen ze ervaren dat ze meer kunnen dan ze in eerste instantie dachten. Thuis en op school kunt u de opdracht van de week met het kind bespreken en het kind laten vertellen op welke momenten je deze opdracht kunt toepassen. Wanneer een kind aan de opdracht van de week heeft gewerkt en doorgezet heeft, kunt u hem/haar complimenteren. Op het moment dat een kind het lastig vindt door te zetten, kunt u bespreken wat hij/zij bij Playing for Success heeft geleerd en op welke manier een opdracht aangepakt kan worden. Vervolgens kunnen er afspraken gemaakt worden en gedurende de week kunt u het kind de opdracht van de week laten herhalen.

We begonnen deze bijeenkomst met de opdracht ‘The last act’.  

The last act

Bij ‘The last act’ stellen de kinderen zichzelf voor en vertellen ze wat ze bij Playing for Success geleerd hebben, wat ze een leuke opdracht vonden of over een bepaalde activiteit of plek in het stadion. De kinderen mogen zelf kiezen waar ze iets over willen vertellen. Dit wordt eerst met de kinderen besproken en geoefend. Daarna mogen de kinderen dit presenteren aan de rest van hun groepje. Van hun verhaal wordt een filmpje gemaakt. Hierbij werken de kinderen vooral aan hun zelfvertrouwen en motivatie. Tijdens deze opdracht wordt gekeken naar hoe een kind zichzelf presenteert: Kijkt hij/zij in de camera?, Wat is de houding van het kind?, Wat vertelt het kind en op welke manier doet hij/zij dit

Na de pauze werkten de kinderen in groepjes aan de opdracht ‘Ravijnenspel’.

Ravijnenspel

Bij het ravijnenspel werken de kinderen samen in een groepje van drie of vier personen. Ze moesten met elkaar verschillende voorwerpen (o.a. een matje en een stok) naar de overkant brengen. Hierbij moesten ze een parcours afleggen. Eén belangrijke afspraak was dat ze de grond niet mochten raken.  Ook de voorwerpen die de kinderen moesten meenemen mochten niet op de grond terecht komen. Door het maken van een taakverdeling en het bedenken van een plan lukte het de kinderen de voorwerpen naar de andere kant van de zaal te brengen.

Voor foto’s van deze dag klik hier

Dit bericht is geplaatst in KC Aquamarijn & De Triangel, Sportcampus Zuiderpark, Weblog. Bookmark de permalink.