De opdracht van de week is: Vandaag vraag ik me af of ik iets doe, omdat ik het zelf wil of omdat ik aardig gevonden wil worden Deze week staat de opdracht van de week in het teken van ‘zelfvertrouwen’. Zo bespreken we met de kinderen wat het ‘hebben van zelfvertrouwen’ betekent en op welke manier je dit kunt laten zien. Met de kinderen wordt besproken dat je goed bent zoals je bent en dat je je eigen keuzes mag maken en je eigen mening mag hebben. Met de kinderen wordt besproken wat je kunt doen op momenten dat je een andere reactie krijgt dan je verwacht. De kinderen proberen we mee te geven dat je een ander niet kunt veranderen, maar wel de manier waarop je met een situatie omgaat. Thuis en op school kunt u de opdracht van de week met het kind bespreken en het kind laten vertellen op welke momenten je deze opdracht kunt toepassen. Wanneer je iets aardigs doet voor een ander, zal een ander vaak ook positief op jou reageren. Wanneer een kind aan de opdracht van de week heeft gewerkt, kunt u hem/haar complimenteren. Op het moment dat een kind het lastig vindt om het eerste contact te leggen, kunt u bespreken wat hij/zij bij Playing for Success heeft geleerd en welke vragen er gesteld kunnen worden om het eerste contact te leggen. Vervolgens kunnen er afspraken gemaakt worden en gedurende de week kunt u het kind de opdracht van de week laten herhalen.
In de eerste helft werkten de kinderen in tweetallen aan de opdracht ‘Sleutels’.
Sleutels Met elkaar gaan de kinderen eerst in gesprek over samenwerken en zelfvertrouwen. Wat is het? Op welke manier kun je hier aan werken als je een opdracht moet doen? Vervolgens doen de kinderen in tweetallen verschillende beweegactiviteiten doen, waarbij ze sleutels kunnen verdienen. Het tweetal met de meeste sleutels mag als eerst een rekenopdracht kiezen. Hierbij valt te denken aan het rekenen met procenten, breuken, keersommen, verhaaltjessommen, klokkijken of het rekenen met grote getallen. Daarnaast zijn de opdrachten in drie verschillende niveaus verdeeld. Door de begeleiders wordt gekeken of de kinderen hierover in gesprek gaan en kunnen toepassen wat er is besproken. Hoe verloopt de samenwerking? Wat kiezen de kinderen voor rekenopdracht (kiezen ze voor de makkelijkste opdracht? Of gaan ze juist aan de slag met een moeilijkere opdracht) en op welke manier gaan ze hier met hun tweetal mee aan de slag?
In de tweede helft werkten de kinderen aan de opdrachten ‘Videostar’ en ‘In de Wolken’.
Videostar
Bij deze opdracht werken de kinderen gezamenlijk aan een videoclip. Met elkaar kiezen de kinderen eerst een liedje uit. Daarna mogen ze in en om het stadion hun videoclip gaan opnemen. De kinderen mogen zelf effecten kiezen en samen overleggen over de bewegingen die ze aan hun clip willen toevoegen. Overleggen, samenwerken, jezelf presenteren en mondelinge taalvaardigheid staan tijdens deze opdracht centraal. De begeleider kijkt bij de opdracht op welke manier er met elkaar overlegd wordt en hoe de kinderen zichzelf presenteren.
In de Wolken
Bij deze opdracht werken de kinderen gezamenlijk aan een stripverhaal. Met elkaar bedenken de kinderen eerst een verhaal. Het verhaal moeten ze vervolgens in zes verschillende foto’s uitbeelden. Daarna mogen ze in en om het stadion hun foto’s maken. Als alle foto’s gemaakt zijn, gaat de groep terug naar het leercentrum waar ze de foto’s in een PowerPoint presentatie verwerken en er tekstballonnen aan toevoegen. Met elkaar maken de kinderen zo hun stripverhaal compleet. Overleggen, samenwerken, jezelf presenteren, computervaardigheden en de mondelinge taalvaardigheid staan tijdens deze opdracht centraal. De begeleider kijkt tijdens de opdracht op welke manier er met elkaar overlegd wordt, of de kinderen open staan voor de ideeën van de anderen en op welke manier de kinderen zichzelf presenteren.
Voor foto’s van deze speelronde klik hier