Vandaag was de tweede bijeenkomst voor de kinderen van groep 2. Het thema waar we vandaag aan werkten, was zelfvertrouwen. Met elkaar bespraken wat er allemaal hoort bij zelfvertrouwen. Wat is zelfvertrouwen en op welke manier kun je hieraan werken? Door positief te denken en tegen jezelf te zeggen dat je iets kunt, kan helpen. Ook kan het soms zijn dat je iets spannend vindt. Dat mag. Belangrijk is dan om te weten wat je kunt doen als dat het geval is. Tijdens de verschillende opdrachten van vandaag kwam dat terug. De opdracht van de week koppelden we aan het thema van vandaag.
Opdracht van de week: Vandaag laat ik mijzelf zien, ook wanneer ik verlegen ben Deze week staat de opdracht van de week in het teken van ‘zelfvertrouwen’. Zo bespreken we met de kinderen dat je bij het maken van een (moeilijke) opdracht altijd tegen jezelf kunt zeggen: “Ik ga het proberen” (i.p.v. te zeggen “Ik kan het niet). Door in oplossingen te denken zullen kinderen ervaren dat ze meer kunnen dan ze in eerste instantie dachten. Thuis en op school kunt u de opdracht van de week met het kind bespreken en het kind laten vertellen op welke momenten je deze opdracht kunt toepassen.
We begonnen deze dag met een circuit.
Circuit Tijdens het circuit worden er verschillende opdrachten gedaan die vooral te maken hebben met zelfvertrouwen. De eerste twee opdrachten deden we met de hele groep.
Lef Hoe stel je jezelf voor en op welke manier presenteer je jezelf aan een ander? Dat het belangrijk is dat je rechtop staat en met een duidelijke stem praat, werd met de kinderen besproken en geoefend tijdens de opdracht ‘Lef’. Je hebt er immers lef voor nodig om jezelf te laten zien.
Gek (Gooien en kennismaken) Bij dit spel is het de bedoeling dat de kinderen iets vertellen over zichzelf. De begeleider gooit een bal naar een kind. Deze vangt de bal, noemt zijn naam en vertelt vervolgens iets over zichzelf. Als iedereen geweest is wordt opnieuw de bal gegooid, maar nu wordt aan het desbetreffende kind bijv. gevraagd wat de hobby is van iemand. We gaan net zo lang door totdat iedereen geweest is.
Dobbel en vertel Bij ‘Dobbel en Vertel’ rollen de kinderen met een grote dobbelsteen (met vragen). Vervolgens gaan ze met elkaar over de vraag in gesprek.
Lekker in je vel Bij het spel ‘Lekker in je vel’ kiest een kind een emotie om uit te beelden. Eén kind heeft zijn ogen dicht en weet dus niet welke emotie uitgebeeld gaat worden. Vervolgens moet het kind dat met zijn ogen dicht zat, raden welke emotie de andere kinderen uitbeelden. Wanneer de emotie geraden is, wordt er een gesprek gevoerd over de desbetreffende emotie. Gedurende de opdracht wordt door de begeleiders gekeken naar de houding van de kinderen tijdens deze opdracht: Laten de kinderen hun emoties zien? Hoe doen ze dat? Gaan de kinderen hierover met elkaar in gesprek en wat is hun houding tijdens dit gesprek? Mondelinge taalvaardigheid en het tonen van emoties staat tijdens dit gesprek centraal.
Swinx Afhankelijk van de groepssamenstelling wordt er tijdens het circuit ook een bewegingsspel ingezet. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de Swinx. Dat is een sprekende computer die de kinderen verschillende opdrachten laat kiezen. Door een begeleider wordt een opdracht gekozen waarbij de kinderen samen moeten werken en moeten overleggen.
Na de pauze werkten de kinderen in tweetallen aan de opdracht ‘Hit ‘m’! Tijdens deze opdracht werd er ook met ieder kind een individueel gesprek gevoerd.
Hit ‘m
Bij deze opdracht werken de kinderen in tweetallen. In hun tweetal werken ze drie verschillende onderdelen van een circuit af: gooien, schieten en rollen. Voordat ze hiermee gaan beginnen, wordt er onderling afgesproken wat ‘raak’, ‘bijna raak’ en ‘mis’ is. Per onderdeel krijgt het tweetal tien minuten de tijd om hun opdracht wisselend uit te voeren. Wanneer de een aan de beurt is, is het aan de ander van het tweetal om de score bij te houden d.m.v. turven.
Als alle opdrachten door alle tweetallen zijn gedaan, berekent ieder kind (met hulp van een begeleider) van één onderdeel zijn/haar percentages ‘raak’, ‘bijna raak’ en ‘mis’. Behalve de rekenvaardigheid (het omzetten van een score naar een percentage), staan bij deze opdracht ook het overleggen en samenwerken centraal.
Het was weer gezellig en leerzaam. Volgende week gaan we aan de slag met het thema motivatie. Tot volgende week!
Voor foto’s van deze dag klik hier