Vandaag was de eerste ronde van Playing for Success voor de kinderen van Helen Parkhurst en de Carolusschool. Deze eerste bijeenkomst stond vooral in het teken van kennismaken en samenwerken. Zo maakten we kennis met elkaar en met de verschillende ruimtes. Deze speelronde begonnen we met een rondleiding. Zo namen we een kijkje achter in de verschillende zalen. Zo zagen we de turnzaal, het volleybalveld en o.a. de topsporthal. De kinderen moesten goed opletten, want de informatie hadden ze ook weer nodig bij het spel wat we aansluitend deden: ‘Ren je Rot’.
Ren je Rot
Deze opdracht deden we buiten. Met elkaar moeten de kinderen op zoek naar vragen die verspreid te vinden zijn. De kaarten liggen omgekeerd en door elkaar heen, zodat de kinderen niet kunnen zien waar de vragen liggen. Van tevoren wordt met het team overlegd in welke volgorde de kinderen gaan rennen. Om beurten gaan de kinderen op zoek naar het nummer van hun vraag en zodra ze deze gevonden hebben, onthouden ze deze vraag en ‘nemen’ ze deze mee naar hun groepje. Daarna is het de bedoeling dat de kinderen met elkaar overleggen over het antwoord. Het volgende kind mag pas rennen op het moment dat het antwoord is opgeschreven. Het antwoord kan opgeschreven worden door een begeleider, maar ook door een kind uit het groepje. Voordat ze op zoek gaan naar de volgende vraag, krijgen ze de opdracht om een korte beweegactiviteit uit te voeren. Gedurende de opdracht wordt door de begeleiders gekeken naar de houding van de kinderen tijdens deze opdracht: tonen ze initiatief of zijn ze juist afwachtend? Hoe verloopt de samenwerking en het overleg en wat is de rol van het individuele kind hierin?
Na de pauze gingen we aan de slag met de opdrachten ‘Parachute’ en ‘Gek’
De Parachute
De Parachute is een groot rond doek waarmee je allerlei leuke oefeningen kunt doen. Bij deze oefening staan de kinderen in een kring en houden het doek vast. Vervolgens wordt met de kinderen besproken welke windkracht er is en moeten de kinderen luisteren naar de windkracht die genoemd wordt. Hoe hoger de windkracht, hoe harder het doek gaat wapperen. Behalve het wapperen moesten de kinderen ook nog opletten of hun kleur genoemd werd. Wanneer dit het geval was, moest je onder het doek naar de overkant kruipen. Met de kinderen wordt daarna ook een “tent” gemaakt. Er wordt afgeteld van drie naar een en dan zetten de kinderen een grote stap naar voren en trekken het doek over zich heen en gaan er vervolgens op zitten. Als iedereen mee werkt, is er van de buitenkant een tent te zien. Tot slot wordt met de kinderen linksom en rechtsom een rondje gerend, waarbij de kinderen wisselend alleen rechts of links het doek vast houden. Het kennismaken en samenwerken staan tijdens deze opdracht centraal. Gedurende de opdracht wordt door de begeleiders gekeken naar de houding van de kinderen tijdens deze opdracht: tonen ze initiatief of zijn ze juist afwachtend? Wat is het stemvolume van het kind bij het noemen van de windkracht? Welke houding neemt het kind aan op het moment dat hij/zij de opdracht uit moet voeren?
Gek (Gooien en kennismaken)
Bij dit spel is het de bedoeling dat de kinderen iets vertellen over zichzelf. De begeleider gooit een bal naar een kind. Deze vangt de bal, noemt zijn naam en vertelt vervolgens iets over zichzelf. Als iedereen geweest is wordt opnieuw de bal gegooid, maar nu wordt aan het desbetreffende kind bijv. gevraagd wat de hobby is van iemand. We gaan net zo lang door totdat iedereen geweest is.
Het was een gezellige eerst bijeenkomst en kijken al uit naar volgende week!
Voor foto’s van deze dag klik hier