Week 7

De opdracht van de week isVandaag kijk ik naar mijn eigen gedrag en wat dat voor een ander betekent

Deze week staat de opdracht van de week in het teken van ‘samenwerken’. Zo bespreken we met de kinderen wat er komt kijken bij je eigen gedrag en wat voor invloed dit heeft op een ander. Dat je soms iets kan zeggen of doen wat door de ander als vervelend kan worden ervaren. Of dat je door je bijv. behulpzaam op te stellen een ander ook kunt helpen en zo op een positieve manier bijdraagt aan de samenwerking. Wanneer je samen aan een opdracht moet werken, kun je dit proberen toe te passen. Thuis en op school kunt u de opdracht van de week met het kind bespreken en het kind laten vertellen op welke momenten je deze opdracht kunt toepassen. Wanneer een kind aan de opdracht van de week heeft gewerkt, kunt u hem/haar complimenteren. Op het moment dat een kind het lastig vindt om naar zijn/haar eigen gedrag te kijken, kunt u bespreken wat hij/zij bij Playing for Success heeft geleerd en welke vragen er gesteld kunnen worden om dit wel te doen. Denk hierbij aan vragen als: Wat gebeurde er? Wat deed jij? Hoe denk je dat dit gedrag op een ander overkomt? Wat zou je een volgende keer anders kunnen doen? Vervolgens kunnen er afspraken gemaakt worden en gedurende de week kunt u het kind de opdracht van de week laten herhalen.

Deze bijeenkomst begonnen we buiten met de opdracht ‘Power!.

Power!

De kinderen gingen in tweetallen verschillende korte opdrachten langs die ze een minuut lang moesten uitvoeren. Zo moesten ze bijv. een sprintje trekken, een minuut lang met hun ogen dicht op één been staan of een kikkersprong maken. De taak van de ander was om zijn/haar duo te motiveren of aanwijzingen te geven. Het aanmoedigen (of aanwijzingen geven) bleek vaak nog lastiger dan de opdracht zelf. Iedereen deed zijn best, heeft doorgezet en alle onderdelen uiteindelijk gedaan.

Na de pauze deden we met de hele groep de opdracht ‘One Minute Games’.  

One Minute Games

De kinderen werkten in teams en moesten per opdracht samen overleggen wie de (korte) opdracht ging uitvoeren. Zo moesten de kinderen bijv. een koekje op hun voorhoofd leggen en deze zonder handen opeten, een stoel met gestrekte armen vasthouden, 30 seconden tellen (in je hoofd) of een wedstrijd wie het langst met zijn ogen dicht op één been kan staan. De kinderen die op dat moment niet aan de beurt waren, konden hun teamgenoot aanmoedigen. Doorzetten en elkaar/jezelf motiveren stonden tijdens deze opdrachten centraal.

Voor foto’s van deze dag klik hier

Dit bericht is geplaatst in Sportcampus Zuiderpark, Weblog. Bookmark de permalink.