De opdracht van de week is: Vandaag weet ik dat ik niet in alles goed hoef te zijn. Ik ben goed genoeg.
Deze week staat de opdracht van de week in het teken van ‘zelfvertrouwen’.
Zo bespreken we met de kinderen wat er komt kijken bij zelfvertrouwen en wat je kunt doen om meer in jezelf te geloven. Hierbij valt te denken aan het trots zijn op wat je hebt gedaan of jezelf een compliment geven. Met de kinderen wordt besproken dat je niet in alles goed hoeft te zijn, maar dat je zelf het best weet of je je best hebt gedaan om iets te bereiken. Dit weet je pas achteraf. Ook dan kun je voor jezelf bedenken wat je misschien anders had kunnen doen. Wanneer dit niet het geval is, kun je ook tevreden zijn met het resultaat en trots zijn op wat je hebt bereikt. Thuis en op school kunt u de opdracht van de week met het kind bespreken en het kind laten vertellen op welke momenten je deze opdracht kunt toepassen. Wanneer een kind aan de opdracht van de week heeft gewerkt, kunt u hem/haar complimenteren. Op het moment dat een kind het lastig vindt om zichzelf een compliment te geven, kunt u bespreken wat hij/zij bij Playing for Success heeft geleerd. Vervolgens kunnen er afspraken gemaakt worden en gedurende de week kunt u het kind de opdracht van de week laten herhalen.
Deze speelronde begonnen de kinderen in hun vaste groepje met de opdrachten ‘Marktplaats.nl’, ‘Maak het maar’ en ‘Het Elftal’.
Marktplaats.nl:
Bij deze opdracht werken de kinderen in tweetallen. Het doel van de opdracht is om een spelers te kopen met een budget van 125.000.000 euro. Met elkaar kiezen de kinderen een opstelling en kopen dan hun spelers. Hierbij kunnen de kinderen kiezen uit aanvallers, middenvelders en verdedigers. Daarnaast kiezen ze nog een keeper en een trainer. Bij het maken van de berekeningen kunnen de kinderen gebruik maak van ‘echt’ geld of van een rekenmachine. Een combinatie van beiden mag natuurlijk ook. Het elftal dat ze uiteindelijk samenstellen verwerken ze in hun eerder gekozen opstelling. Het overleggen, samenwerken en rekenen staan tijdens deze opdracht centraal. Tijdens het werken aan de opdracht wordt door de begeleider gekeken naar de manier waarop er samengewerkt wordt en het overleg plaats vindt. Verder wordt er gekeken of de kinderen gebruik maken van het stappenplan (of ze bijv. een taakverdeling maken) en op welke manier ze de hulpmiddelen inzetten.
Het Elftal:
Het doel van de opdracht is dat alle kinderen zelfstandig een gedicht maken, een zgn. elfje: Een gedicht dat uit elf woorden bestaat. De kinderen beginnen met het maken van een woordweb van hun eigen voetbalclub. Van dit woordweb kiezen ze één woord uit waar ze uiteindelijk hun elfje over maken. Nadat het woordweb is gemaakt, gaan de kinderen hun idee uitwerken. Dit doen ze eerst in het klad. Daarna werken ze hun idee uit op papier. Aan het eind hebben de kinderen hun eigen elfje en een bijhorende tekening. Bij deze creatieve opdracht staat het overleggen, samenwerken en het werken met taal centraal. Begeleiders letten tijdens deze opdracht op de houding van de kinderen en de manier waarop ze met een opdracht aan de slag gaan. Op welke manier wordt het stappenplan gebruikt? In welke mate werken de kinderen zelfstandig aan de opdracht en wat doen ze met de tips die ze van de begeleider krijgen?
Maak het maar:
Bij deze opdracht maken de kinderen verschillende producten voor de fan shop van hun voetbalclub om te verkopen. Na het bekijken van een filmpje over de opdracht en het lezen van het stappenplan, overleggen de kinderen over wie wat gaat maken. Zo kunnen ze kiezen uit bijv. een doosje, een sleutelhanger, een button, krimpie dimpie, strijkkralen of een tasje. Ieder kind maakt iets anders. Nadat ze het ontwerp gemaakt hebben en aan de begeleider hebben laten zien, mogen ze starten met de opdracht. Tijdens het werken aan de opdracht mogen de kinderen elkaar ook tips geven. Creatief bezig zijn, overleggen en samenwerken staan tijdens deze opdracht centraal. De begeleider bekijkt tijdens deze opdracht hoe het proces van overleggen verloopt en op welke manier de kinderen met de opdracht aan de slag gaan. Werken ze zelfstandig? Stellen ze vragen? Wat doen ze gedurende de opdracht? Hebben ze aandacht voor elkaar en voor het werk van de ander? In welke mate betrekken de kinderen elkaar bij de opdracht? Behalve het creatieve element, staat bij deze opdracht ook het samenwerken, overleggen en zelfstandig werken centraal.
Tijdens deze opdrachten waren er vier kinderen die een appeltaart mochten bakken
Appeltaart
Vier kinderen mochten al direct mee met juf Esmée. Zij maakten samen een appeltaart. Tijdens het bakken van de appeltaart gaat de begeleider met het kind in gesprek over het coaching kaartje. Ieder kind mag na afloop het coaching kaartje mee naar huis nemen. Zo kan het kind hier ook op school mee aan de slag.
Bij het bakken van de appeltaart staat niet alleen het proces van bakken centraal, maar zijn de kinderen ook bezig met begrijpend lezen. Met elkaar wordt de achterkant van de verpakking gelezen en bepaald wat er moet gebeuren. Daarnaast moet ieder kind uitrekenen hoeveel hij/zij van ieder ingrediënt nodig heeft. Het uitrekenen mag uit het hoofd, maar er mag ook een rekenmachine gebruikt worden. Het gaat er om dat ieder kind uiteindelijk een eigen appeltaart maakt (zijn eigen appels snijdt en zelf het deeg kneedt). Aan het eind van de speelronde neemt ieder kind zijn eigen appeltaart mee naar huis. De begeleider bekijkt tijdens de opdracht hoe het proces van overleggen verloopt en op welke manier de kinderen met de opdracht aan de slag gaan. Behalve het proces van het bakken, staat bij deze opdracht ook het rekenen, begrijpend lezen, samenwerken en overleggen centraal.
In de tweede helft gingen de kinderen aan de slag het ‘Tribunespel’.
Tribunespel
Er werden door de kinderen vier teams samengesteld; hoe doe je dat op een manier die fijn voor iedereen is? Hier hebben we over gesproken. Ieder team had een kleur: geel, blauw of groen. De kinderen kregen kaartjes met namen van groente en fruit. Elk team had een eigen vak van een stuk tribune. In dat vak moesten er kaartjes in de juiste kleur gezocht worden met de plaatjes van de groente of het fruit. Om de beurt mocht er gezocht worden en moest het gevonden kaartje naar het team gebracht worden. Voordat het volgende kind mocht gaan zoeken, moest er eerst overlegd worden wat de naam van de sport was. De juiste naam moest bij het juiste plaatje gelegd worden. Er werd actief gezocht en samengewerkt; overleggen wat het antwoord kan zijn, maar ook iemand overtuigen en betrekken bij de discussie. Leuk om te zien!
Voor de foto’s van deze speelronde klik hier