Opdracht van de week: Vandaag geef ik mijn grenzen aan
Deze week staat de opdracht van de week in het teken van ‘zelfvertrouwen’. Zo bespreken we met de kinderen dat je altijd je grenzen aan mag geven. Wanneer je iets niet fijn vindt of iets niet wil, mag je dit tegen een ander zeggen. Je kunt dan zeggen: “Nee, dat wil ik niet” of: “Nee, dat vind ik niet fijn”. Daarnaast kunnen kinderen ook zeggen wat ze wel graag willen. Met de kinderen bespreken we dat hierbij je houding en stemvolume ook belangrijk zijn. Thuis en op school kunt u de opdracht van de week met het kind bespreken en het kind laten vertellen op welke momenten je deze opdracht kunt toepassen. Wanneer een kind aan de opdracht van de week heeft gewerkt en doorgezet heeft, kunt u hem/haar complimenteren. Op het moment dat een kind het lastig vindt door te zetten, kunt u bespreken wat hij/zij bij Playing for Success heeft geleerd en op welke manier een opdracht aangepakt kan worden. Vervolgens kunnen er afspraken gemaakt worden en gedurende de week kunt u het kind de opdracht van de week laten herhalen.
We begonnen deze bijeenkomst in de dojo. Hier deden we met de hele groep de opdracht ‘Samen zijn we sterk!’
Samen zijn we sterk!
Het werken aan zelfvertrouwen staat bij deze opdracht centraal. Aan het begin van de opdracht werden de regels van de dojo met de kinderen besproken: respect voor elkaar en de docent, grenzen aangeven en zorgvuldig omgaan met spullen. Tijdens verschillende oefeningen, kregen de kinderen de kans om elkaar uit te dagen. Hierbij wisselden ze steeds van duo. Zo moesten de kinderen bijvoorbeeld proberen elkaar om te draaien. Hierbij lag één kind op zijn of haar buik en moest de ander proberen de persoon op zijn/haar rug te leggen. Daarnaast werden er oefening gedaan waarbij het belangrijk was dat kinderen ‘stevig’ bleven staan.
Na de pauze deden we met de hele groep twee korte opdrachten: ‘De weg van de vlieg’ en ‘Wat doe ik?’
De weg van de vlieg
Bij deze opdracht gaat het om motivatie en samenwerken. De kinderen bepalen d.m.v. ‘steen, papier, schaar’ wie wint. De winnaar mag verderop in de zaal op zoek naar de kaart van een vlieg. Daarna gaat hij/zij weer terug en wordt opnieuw bepaald wie er mag lopen. Zo gaan de kinderen net zo lang door totdat de laatste kaart (draak) gepakt is.
Wat doe ik?
Bij deze opdracht hebben de kinderen een kaartje van een sport achter hun rug. Op dat kaartje staat een foto van een sport. De kinderen weten zelf niet wat er op hun kaartje staat. Door gesloten vragen te stellen (het antwoord mag dus alleen ‘ja’ of ‘nee’ zijn), moeten ze er achter zien te komen welke sport ze beoefenen. Contact maken en vragen stellen staan bij deze opdracht centraal.
Voor foto’s van deze dag klik hier