Speelronde 3

De opdracht van de week is: Vandaag ben ik trots op mezelf

Deze week staat de opdracht van de week in het teken van ‘zelfvertrouwen’. Zo bespreken we met de kinderen wat er komt kijken bij zelfvertrouwen en wat je kunt doen om meer in jezelf te geloven. Hierbij valt te denken aan het trots zijn op wat je hebt gedaan of jezelf een compliment geven. Met de kinderen wordt besproken dat je niet in alles goed hoeft te zijn, maar dat je zelf het best weet of je je best hebt gedaan om iets te bereiken. Dit weet je pas achteraf. Ook dan kun je voor jezelf bedenken wat je misschien anders had kunnen doen. Wanneer dit niet het geval is, kun je ook tevreden zijn met het resultaat en trots zijn op wat je hebt bereikt. Thuis en op school kunt u de opdracht van de week met het kind bespreken en het kind laten vertellen op welke momenten je deze opdracht kunt toepassen. Wanneer een kind aan de opdracht van de week heeft gewerkt, kunt u hem/haar complimenteren. Op het moment dat een kind het lastig vindt om zichzelf een compliment te geven, kunt u bespreken wat hij/zij bij Playing for Success heeft geleerd. Vervolgens kunnen er afspraken gemaakt worden en gedurende de week kunt u het kind de opdracht van de week laten herhalen.

Deze speelronde begonnen twee groepjes met het bakken van een appeltaart.

Appeltaart

Vandaag maakten twee groepjes kinderen een eigen appeltaart. Tijdens het bakken van de appeltaart gaat de begeleider met het kind in gesprek over het coaching kaartje dat ze aan het begin van de opdracht krijgen. Dit coaching kaartje past bij het leerdoel waar met het kind over gesproken is. Ieder kind mag na afloop het coaching kaartje mee naar huis nemen. Zo kan het kind hier ook op school mee aan de slag.

Bij het bakken van de appeltaart staat niet alleen het proces van bakken centraal, maar zijn de kinderen ook bezig met begrijpend lezen. Met elkaar wordt de achterkant van de verpakking gelezen en bepaald wat er moet gebeuren. Daarnaast moet ieder kind uitrekenen hoeveel hij/zij van ieder ingrediënt nodig heeft. Het uitrekenen mag uit het hoofd, maar er mag ook een rekenmachine gebruikt worden. Het gaat er om dat ieder kind uiteindelijk een eigen appeltaart maakt (zijn eigen appels snijdt en zelf het deeg kneedt). Aan het eind van de speelronde neemt ieder kind zijn eigen appeltaart mee naar huis. De begeleider bekijkt tijdens de opdracht hoe het proces van overleggen verloopt en op welke manier de kinderen met de opdracht aan de slag gaan. Behalve het proces van het bakken, staat bij deze opdracht ook het rekenen, begrijpend lezen, samenwerken en overleggen centraal.

Tijdens het bakken van de appeltaart werkten de andere kinderen aan de opdrachten ‘Gek’, ‘Op handen en voeten’ en ‘Dobbel en Vertel’

Gek (Gooien en kennismaken)

Bij dit spel is het de bedoeling dat de kinderen iets vertellen over zichzelf. De begeleider gooit een bal naar een kind. Deze vangt de bal, noemt zijn naam en vertelt vervolgens iets over zichzelf. Als iedereen geweest is wordt opnieuw de bal gegooid, maar nu wordt aan het desbetreffende kind bijv. gevraagd wat de hobby is van iemand. We gaan net zo lang door totdat iedereen geweest is.

Op handen en voeten

Bij deze opdracht staat het samenwerken centraal. De kinderen krijgen de opdracht om met een bepaald aantal handen en/of voeten naar de overkant te lopen. Met elkaar moeten de kinderen overleggen hoe ze dat willen doen. Daarna voeren ze hun van tevoren bedachte plan samen uit. De begeleiders kijken tijdens deze opdracht of de kinderen daadwerkelijk overleggen en zich aan de taakverdeling houden.

Dobbel en vertel

Bij het ‘Dobbel en Vertel’ rollen de kinderen met een grote dobbelsteen (met vragen). Vervolgens gaan ze met elkaar over de vraag in gesprek.

Na de pauze deden we met de hele groep het ‘Tribunespel’.

Tribunespel

Er werden drie teams samengesteld; Hier hebben we over gesproken. Ieder team had een kleur: geel, blauw of groen. De kinderen kregen kaartjes met namen van sporten. Elk team had een eigen vak van een stuk tribune. In dat vak moesten er kaartjes in de juiste kleur gezocht worden met de sporten erop. Om de beurt mocht er gezocht worden en moest het gevonden kaartje naar het team gebracht worden. Voordat het volgende kind mocht gaan zoeken, moest er eerst overlegd worden wat de naam van de sport was. De juiste naam moest bij het juiste plaatje gelegd worden. Er werd actief gezocht en samengewerkt; overleggen wat het antwoord kan zijn, maar ook iemand overtuigen en betrekken bij de discussie. Leuk om te zien!

Voor foto’s van deze dag klik hier

Dit bericht is geplaatst in B!ngoal Stadion, De Horizon & PCA, Weblog. Bookmark de permalink.